Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 6 december 2022
ECLI:NL:GHDHA:2022:2651
Feiten
Werknemer is sinds 1992 bij (de rechtsvoorganger van) Mammoet Nederland B.V. (hierna: Mammoet) in dienst, laatstelijk in de functie van kraanmachinist. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen van toepassing (hierna: de cao). Bij brief van 4 februari 2018 heeft werknemer aan Mammoet medegedeeld dat hij aanspraak maakt op achterstallig vakantieloon over de periode vanaf 2013 en dat hij ter zake daarvan de verjaringstermijn stuit. In de cao is in artikel 67a lid 9 overeenstemming bereikt over de waarde van een vakantiedag. Bij verstekvonnis van 10 april 2019 werd Mammoet veroordeeld tot betaling aan werknemer van het te weinig betaalde vakantieloon. Partijen twisten in verzet over de vraag op welke wijze het vakantieloon van werknemer moet worden berekend. Bij eindvonnis van 20 augustus 2021 heeft de kantonrechter de vordering die gebaseerd was op de nachtrittentoeslag toegewezen en Mammoet veroordeeld tot betaling van € 21,08 te vermeerderen met de wettelijke rente en tot het verstrekken van een deugdelijke bruto-nettospecificatie op straffe van een dwangsom. Werknemer vordert in hoger beroep een hoger vakantieloon op basis van gewerkte overuren en ontvangen toeslagen, die door Mammoet - op grond van de cao - niet zijn meegeteld bij de berekening van het vakantieloon.
Oordeel
Overuren
Het hof bespreekt allereerst de vraag of de gewerkte overuren meegeteld moeten worden bij de berekening van het vakantieloon. Aan de hand van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (ECLI:EU:C:2018:1018, Hein - Albert Holzkamm GmbH & Co. KG, hierna: het Hein-arrest) oordeelt het hof dat de overuren die werknemer heeft gewerkt, moeten worden meegeteld voor de berekening van het vakantieloon als aan de drie door het Hof van Justitie geformuleerde voorwaarden is voldaan: (1) vloeit de verplichting uit de arbeidsovereenkomst voort, (2) worden op regelmatige basis overuren gemaakt en (3) vormt de vergoeding een belangrijk onderdeel van de totale vergoeding. Het hof is van oordeel dat is voldaan aan de eis dat het overwerk een uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichting van de kraanmachinisten is en dat op regelmatige basis overuren zijn gemaakt. Ook is tussen partijen niet in geschil dat de vergoeding van overwerk een belangrijk onderdeel is van de totale vergoeding die werknemer voor zijn werkzaamheden ontvangt.
Toeslagen
Met betrekking tot de vraag of de toeslagen moeten worden meegeteld bij de berekening van het vakantieloon zoekt het hof aansluiting bij het arrest van het Hof van Justitie (ECLI:EU:C:2011:588, Williams e.a. - British Airways plc). Volgens werknemer moet ook zijn nachtrittentoeslag meegeteld worden bij de berekening van zijn vakantieloon. De kantonrechter heeft dat deel van zijn vordering toegewezen en daartegen richt Mammoet een grief (in incidenteel hoger beroep). Het hof oordeelt dat de nachtrittentoeslag een vergoeding is voor het buiten de reguliere (over)werktijden werken met de kraan en dat die vergoeding moet worden gerekend tot het gewone loon van werknemer. De incidentele grief van Mammoet faalt.
Hoogte vergoeding
Het hof is van oordeel dat de vergoeding (functieloon en de toeslag) voor de op zaterdagen en zondagen gewerkte (over)uren behoort tot het gewone loon. Voor zover het gaat om overwerk rechtvaardigt de toevallige omstandigheid dat die uren op zaterdag of zondag plaatsvonden niet dat die overwerkuren anders beoordeeld worden. Het hof vernietigt de tussen partijen gewezen vonnissen van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 31 december 2019, 7 november 2020 en 20 augustus 2021 en veroordeelt Mammoet om aan werknemer te betalen een bedrag van € 21,09 bruto aan te weinig betaald vakantieloon over de periode van 2014 tot en met 2018 en de betaling van een bedrag van € 3.391,47 bruto aan te weinig betaald vakantieloon over de periode van 2014 tot en met 2018, te vermeerderen met de wettelijke rente.