Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Hebrides Trading B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 15 december 2022
ECLI:NL:RBNHO:2022:11283
Kort geding. Loonvordering toegewezen. Uitleg arbeidsovereenkomst. Voorshands aannemelijk dat arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is gesloten.

Feiten

Werkneemster is sinds 1 november 2021 in dienst bij Hebrides Trading B.V. (hierna: Hebrides Trading) als winkelmedewerker. Hebrides Trading heeft per e-mail van 5 november 2021 aan werkneemster een nog te ondertekenen arbeidscontract toegezonden. In de e-mail staat: “Bij akkoord zie ik graag twee getekende exemplaren retour (…)”. Werkneemster heeft dit contract ondertekend en geretourneerd. Werkneemster heeft verzocht om een door beide partijen ondertekende versie van de arbeidsovereenkomst, maar Hebrides Trading heeft die niet verstrekt. Werkneemster heeft zich op 1 augustus 2022 ziekgemeld. Op 19 september 2022 heeft Hebrides Trading werkneemster meegedeeld dat ze een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd heeft die op 1 november 2022 zal eindigen en dat de arbeidsovereenkomst niet zal worden verlengd. Werkneemster is daarover ook per brief van 28 september 2022 geïnformeerd. Werkneemster vordert in kort geding onder meer doorbetaling van haar loon vanaf 1 november.

Oordeel

De kantonrechter constateert dat in de arbeidsovereenkomst in artikel 1 staat dat werkneemster “met ingang van 1 november 2021 voor bepaalde tijd in dienst” treedt van Hebrides Trading. Omdat partijen van mening verschillen over de betekenis van artikel 1 van de arbeidsovereenkomst, moet uitgelegd worden wat partijen zijn overeengekomen. Het staat vast dat Hebrides Trading de bewuste arbeidsovereenkomst ter ondertekening aan werkneemster heeft gestuurd en dat zij het ondertekende exemplaar heeft teruggestuurd. Hebrides Trading heeft aangevoerd dat de einddatum per abuis niet in de schriftelijke overeenkomst is opgenomen, maar dat tijdens het sollicitatiegesprek wel degelijk tegen werkneemster is gezegd dat het om een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, namelijk een jaar, zou gaan. Hebrides Trading heeft ook aangevoerd dat niemand van de winkelmedewerkers een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft en dat zij die ook nooit aanbiedt. Omdat Hebrides Trading echter niet vermeldt wat concreet met werkneemster tijdens het sollicitatiegesprek is besproken en zij dit ook niet heeft nagevraagd, is dit standpunt onvoldoende aannemelijk geworden. Omdat in de arbeidsovereenkomst geen duur is vermeld en werkneemster betwist dat hierover is gesproken, had het op de weg van Hebrides Trading gelegen om haar standpunt nader te onderbouwen. Daarbij komt dat Hebrides Trading heeft verklaard dat zij na ontvangst van het contract dat zij in november 2021 van werkneemster getekend retour ontving, constateerde dat het niet correct was omdat de bepaalde tijd (de periode van een jaar) erin ontbrak, en dat zij op haar beurt daarom dat contract niet heeft ondertekend of geretourneerd omdat ze andere zaken aan haar hoofd had. Deze omstandigheid komt voor rekening van Hebrides Trading, aangezien ze de ‘vergissing’ na ontdekking tijdig met werkneemster had moeten bespreken en had moeten aangeven dat de schriftelijke arbeidsovereenkomst een fout bevat. De kantonrechter acht voorshands aannemelijk dat tussen werkneemster en Hebrides Trading geen bepaalde tijd is overeengekomen en daarom een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is gesloten. De vordering van werkneemster wordt toegewezen.