Rechtspraak
Feiten
Werknemer is sinds 24 juni 2020 in dienst van werkgever als contactcentermedewerker. Op 16 mei 2022 heeft werknemer aan werkgever bericht niet meer te willen werken, omdat betalingen incorrect zouden zijn. Sinds die datum is werknemer niet meer op het werk verschenen. Hierop heeft werkgever zonder resultaat herhaaldelijk, zowel telefonisch als schriftelijk, contact geprobeerd te leggen met werknemer. Ook heeft werkgever werknemer uit laten nodigen voor een gesprek bij de bedrijfsarts waar hij niet is verschenen. Na het uitblijven van een reactie van werknemer is op 16 mei 2022 het loon opgeschort. Nadat ook een reactie op de loonopschorting uitbleef, is per 16 juni 2022 een loonstop doorgevoerd. Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst mag worden ontbonden op grond van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer, omdat hij niet meer op het werk verschijnt en onbereikbaar is.
Oordeel
Werknemer is niet verschenen tijdens de zitting en heeft geen verweer gevoerd. Uit de stellingen van werkgever blijkt dat hij vele pogingen heeft gedaan om werknemer te bereiken en hem zelfs heeft uitgenodigd voor een gesprek bij de bedrijfsarts, hoewel hij zich niet heeft ziekgemeld. Werknemer is voldoende gewaarschuwd en werkgever heeft bij aangetekende brieven aangekondigd tot loonopschorting en uiteindelijk een loonstop over te gaan. Al deze maatregelen hebben geen effect gehad. Naar het oordeel van de kantonrechter maakt het voorgaande dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van werknemer. Omdat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen wordt de arbeidsovereenkomst per direct ontbonden zonder toekenning van een transitievergoeding.