Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/ Connexxion Openbaar Vervoer N.V.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 24 januari 2023
ECLI:NL:GHARL:2023:593
Werkgeefster heeft niet voldaan aan zorgplicht, nu niet althans onvoldoende is komen vast te staan dat de trap niet nat was, terwijl getuigen verklaren dat de trap wel nat/schoongemaakt was.

Feiten

In deze zaak gaat het om de vraag of Connexxion jegens werknemer aansprakelijk is voor de schade die werknemer stelt te hebben geleden door de val van de trap naar de toiletten en het pauzelokaal van het busstation in Amstelveen op 23 november 2012. Volgens werknemer is Connexxion hiervoor als werkgever aansprakelijk. Connexxion betwist dat zij aansprakelijk is. Zij stelt zich daartoe op het standpunt dat de trap niet nat was omdat die op de bewuste dag niet was schoongemaakt. Alleen de toiletruimte en de hal tussen de toiletruimte en de trap waren schoongemaakt. Daarbij zijn die ruimtes met klamvochtige moppen schoongemaakt én lag er een droogloopmat over vrijwel de gehele breedte en lengte van de hal, om te voorkomen dat werknemers met eventuele natte zolen de trap zouden afdalen. Maar ook al zou de trap nat zijn geweest, dan heeft zij voldoende maatregelen getroffen om uitglijden op de trap te voorkomen. Zij heeft rubberen noppen op de traptreden geplaatst en er was een trapleuning aanwezig. De kantonrechter heeft Connexxion niet aansprakelijk geacht.

Oordeel

Anders dan de kantonrechter is het hof van oordeel dat Connexxion niet aan haar zorgplicht van artikel 7:658 BW heeft voldaan. Tussen de partijen staat vast dat werknemer schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Dat betekent dat zijn werkgever, Connexxion, in beginsel aansprakelijk is voor de schade die werknemer daardoor heeft geleden. Ter beoordeling ligt allereerst voor of Connexxion aan haar zorgplicht als werkgever heeft voldaan. Het hof oordeelt dat niet althans onvoldoende is komen vast te staan dat de trap niet nat was, terwijl getuigen verklaren dat de trap wel nat/schoongemaakt was. Connexxion is er niet in geslaagd het tegendeel aannemelijk te maken omdat kort samengevat (i) een schoonmaakrooster ontbreekt, (ii) dan wel een logboek voorhanden is waaruit blijkt wat er die dag precies is schoongemaakt, (iii) geen afdoende rapport direct na het ongeval is opgemaakt en (iv) pas 2,5 jaar nadien een extern onderzoek naar de toedracht van het ongeval heeft plaatsgevonden. Ten slotte heeft Connexxion geen melding van het ongeval gemaakt aan de Arbeidsinspectie terwijl dat op grond van de Arbeidsomstandighedenwet wel in de rede had gelegen. Was dit wel gebeurd, dan was er meer duidelijkheid gekomen over de precieze toedracht van het ongeval. Nu de exacte toedracht van het ongeval niet is komen vast te staan door omstandigheden die in de risicosfeer van Connexxion liggen, is de conclusie dat Connexxion is tekortgeschoten in haar zorglicht van artikel 7:658 BW. Het hoger beroep slaagt.