Naar boven ↑

Rechtspraak

M-Tech Holding B.V. c.s./X
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Breda), 1 februari 2023
ECLI:NL:RBZWB:2023:790
X is zowel werknemer als ondernemer/opdrachtnemer en wordt door voormalig werkgever/opdrachtgever aansprakelijk gesteld voor geleden schade. Artikel 7:661 BW mist toepassing, nu opgevoerde schadeposten grotendeels voortvloeien uit gedragingen van X als ondernemer.

Feiten

De heer X is in dienst geweest van M-Tech c.s. in de functie van directeur. Een eerdere procedure tussen partijen heeft geleid tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst vanwege (ernstig) verwijtbaar handelen van X (zie AR 2022-1329). Het onderhavige geschil tussen partijen laat zich samenvatten tot de vraag of M-Tech c.s. schade heeft geleden waarvoor X aansprakelijk kan worden gehouden.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. De eerste vraag die beantwoord dient te worden is de vraag op basis van welke grondslag de gestelde aansprakelijkheid beoordeeld dient te worden. Partijen stonden namelijk in een bijzondere verhouding tot elkaar. Niet alleen heeft er een arbeidsovereenkomst bestaan tussen M-Tech Holding en X, partijen zijn ook allebei ondernemer, elkaars opdrachtgever en opdrachtnemer, en zelfs concurrenten. Deze soms tegenstrijdige en in elkaar overlopende rollen leidt tot discussie over het toepasselijke normenkader: moet dat gevonden worden in het arbeidsrecht of in het algemene verbintenissenrecht? De kantonrechter begrijpt dat X van mening is dat al zijn handelen – ongeacht vanuit welke hoedanigheid verricht – terug te voeren is op de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst, zodat artikel 7:661 BW van toepassing is. M-Tech c.s. koppelt de rol van X als werknemer en zijn rol als ondernemer wel los van elkaar. Volgens M-Tech c.s. heeft X bij zijn handelen gebruikgemaakt van zijn positie als werknemer, maar heeft hij de schade toegebracht vanuit zijn positie als zelfstandig ondernemer, waarop artikel 6:74 BW dan wel artikel 6:162 BW van toepassing is. De kantonrechter is met M-Tech c.s. van oordeel dat artikel 7:661 BW hier toepassing mist. De schadeposten die M-Tech c.s. opvoert, vloeien grotendeels voort uit gedragingen die X vanuit zijn rol als ondernemer worden verweten en niet uit de uitvoering van zijn taken als werknemer. Het gaat volgens M-Tech c.s. over inkomsten die X met zijn onderneming heeft genoten ten koste van M-Tech c.s. Ook het verwijt dat X materialen van M-Tech c.s. voor privédoeleinden heeft gebruikt, valt niet onder het bereik van artikel 7:661 BW, nu ook dergelijk handelen geheel losstaat van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. De vorderingen van M-Tech c.s. worden daarom beoordeeld langs de meetlat van artikel 6:74 BW dan wel 6:162 BW. De kantonrechter laat M-Tech c.s. toe tot bewijslevering ten aanzien van een aantal opgevoerde schadeposten. M-Tech B.V. wordt veroordeeld tot betaling aan de onderneming van X van € 34.358,39 ter zake van een factuur.