Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 7 februari 2023
ECLI:NL:GHARL:2023:1193
Feiten
Werknemer heeft als beveiliger voor werkgever gewerktop grond van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. X Vastgoed B.V. (hierna: X), dat zich onder meer bezighoudt met beveiligingswerkzaamheden, heeft werkgever verzocht twee beveiligers beschikbaar te stellen voor een evenement in de feestzaal van een zalencentrum in Beetsterzwaag in de avond en nacht van Koningsdag 2016. Werkgever heeft onder meer werknemer daarvoor beschikbaar gesteld. Bij een poging om een dronken bezoeker van het podium van de feestzaal te verwijderen, is werknemer met de bezoeker van het podium gevallen. Werknemer heeft bij de val zijn heup gebroken. Werknemer heeft werkgever en diens aansprakelijkheidsverzekeraar Achmea en ook X aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van dit incident en heeft, toen zij hun aansprakelijkheid niet wilden erkennen, hen gedagvaard voor de kantonrechter te Leeuwarden (de hoofdzaak). De kantonrechter heeft in de hoofdzaak voor recht verklaard dat werkgever en X hoofdelijk aansprakelijk zijn jegens werknemer en dat werkgever met diens verzekeraar en X verplicht zijn de door werknemer geleden en nog te lijden schade ten gevolge van het incident in de nacht van 26 op 27 april 2016 te vergoeden. Die schade moet worden opgemaakt bij staat. In de beide vrijwaringszaken heeft de kantonrechter voor recht verklaard dat partijen over en weer aansprakelijk zijn voor de helft van de schade waarvoor werknemer de ander(en) aanspreekt en heeft hij hen veroordeeld om de helft te betalen van het bedrag waartoe de ander(en) wordt (worden) veroordeeld om aan werknemer te betalen.
Oordeel
Op zowel werkgever als op X rustte een zorgplicht tegenover werknemer. De werkgever is ook aansprakelijk voor tekortkomingen van de hulppersoon. Tijdens de mondelinge behandeling bij het hof is gebleken dat op feesten als het feest dat in De Buorskip werd gehouden de drank rijkelijk vloeit. Aan het werk van een beveiliger op een dergelijk feest is dus inherent dat de reële kans bestaat dat de beveiliger ten minste agressief en mogelijk gewelddadig zal worden benaderd door de feestgangers. Het is daarmee werk waaraan structurele gevaren verbonden zijn. Dat betekent dat de werkgever en de inlener van de beveiligers op een dergelijk feest - in dit geval werkgever en X - moeten zorgen voor een veiligheidsniveau dat passend is voor het werk waarbij de werknemers worden blootgesteld aan structurele gevaren. Gelet op de ‘normenhiërarchie’ dienden zij er allereerst voor te zorgen om, voor zover dat redelijkerwijs mogelijk was, de kans op confrontaties tussen dronken feestgangers en hun beveiligers zo klein mogelijk te maken, om op die manier de noodzaak van ingrijpen door de beveiligers (en het daarmee verbonden risico op een geweldsincident) te beperken. Vervolgens dienden zij hun beveiligers te voorzien van de hulpmiddelen die zij nodig hadden indien zich toch zo’n confrontatie voordeed en dienden zij hun werknemers adequaat te instrueren. Door het creëren van een sluis kan het reële risico op het gevaar dat zich op het podium een escalatie zou voordoen tussen een beveiliger en een feestganger, aanzienlijk worden beperkt. Dat risico wordt door deze maatregel bij de bron beperkt. Door deze maatregel niet te treffen - werkgever en X hebben de maatregel zelfs niet in overweging genomen en de mogelijkheid ervan ook niet onderzocht - zijn werkgever en X tekortgeschoten in hun zorgplicht tegenover werknemer. In de verhouding tussen hen en werknemer kan, gelet op wat hiervoor is overwogen over hun beider verantwoordelijkheid jegens werknemer, in het midden blijven wie van hen op dit punt het voortouw had moeten nemen. Het hof volgt werknemer niet in het betoog dat hij de instructie had moeten krijgen om de hulp van een collega in te roepen bij het verwijderen van een feestganger van het podium. Werknemer heeft zelf aangevoerd dat hij correct - ‘zoals van een professioneel beveiliger verwacht mag worden’- gehandeld heeft bij zijn poging de gast van het podium te verwijderen. Uit wat hiervoor is overwogen, volgt dat werkgever en X zijn tekortgeschoten in hun zorgplicht jegens werknemer, dat sprake is van causaal verband tussen deze zorgplichtschending en de schade van werknemer en dat van opzet of bewuste roekeloosheid van werknemer geen sprake is. Dat betekent dat werkgever en X aansprakelijk zijn voor de schade van werknemer ten gevolge van het ongeval. De kantonrechter heeft dan ook terecht voor recht verklaard dat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor deze schade en heeft hen terecht veroordeeld tot schadevergoeding op te maken bij staat.