Feiten

Werkneemster is sinds september 2021 in dienst van de rechtsvoorganger van Therminon Systems B.V. (hierna: Therminon), als directeur. Therminon houdt zich bezig met de levering en productie van (vloer)verwarmingssystemen. LVS is een aan Therminon gelieerde onderneming die infraroodproducten verkoopt. In de arbeidsovereenkomst staat een non-concurrentiebeding met daaraan gekoppeld een boetebeding. Op 29 juli 2022 hebben Therminon en werkneemster een vaststellingsovereenkomst gesloten waarmee zij de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden beëindigen per 1 september 2022. In de vaststellingsovereenkomst is bepaald dat het concurrentiebeding gedurende negen maanden na de einddatum van kracht blijft en daarna komt te vervallen. Op 16 september 2022 is Comfort Infrarood B.V. opgericht. De dochter van werkneemster is de bestuurder van Comfort Infrarood. Comfort Infrarood is een bedrijf dat zich onder meer bezighoudt met de in- en verkoop van infraroodproducten aan bedrijven en consumenten. Therminon vordert in kort geding veroordeling van werkneemster tot nakoming van het non-concurrentiebeding. Zij legt aan de vordering ten grondslag dat werkneemster in strijd met het non-concurrentiebeding heeft gehandeld door bij Comfort Infrarood, een concurrent van LVS (een aan Therminon gelieerde onderneming), werkzaamheden te verrichten. Werkneemster verzoekt om schorsing van het non-concurrentiebeding wegens onbillijke benadeling.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt.

Schending concurrentiebeding

Vast staat dat werkneemster betrokken is en werkzaamheden verricht bij de onderneming Comfort Infrarood. De kantonrechter is van oordeel dat zij hierdoor het non-concurrentiebeding overtreedt. Comfort Infrarood is immers een onderneming die net als het aan Therminon gelieerde LVS infraroodproducten verkoopt. Beide ondernemingen bedienen zakelijke klanten. Partijen zijn elkaars concurrenten zoals bedoeld in het non-concurrentiebeding. Het is werkneemster dus verboden om tot en met 1 juni 2023 zich bezig te houden met en betrokken te zijn bij Comfort Infrarood.

Geen onbillijke benadeling werkneemster

Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter heeft Therminon voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een bijzonder belang heeft bij handhaving van het non-concurrentiebeding. Zij heeft uitvoerig en gedetailleerd toegelicht dat werkneemster door haar dienstverband met Therminon beschikt over specifieke kennis van de sector, klanten en leveranciers, maar ook over (bedrijfs)gevoelige en commerciële informatie van LVS en de wijze waarop LVS haar activiteiten ontplooit. Dat werkneemster van deze informatie gebruikmaakt volgt uit de overgelegde stukken. Zij heeft bijvoorbeeld actief een leverancier van LVS benaderd. Therminon heeft dus een gerechtvaardigd belang, namelijk bescherming van het bedrijfsdebiet. De door werkneemster gestelde belangen wegen daartegenover niet zwaar genoeg. Werkneemster heeft niet althans onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij in de huidige krappe arbeidsmarkt geen andere werkzaamheden of inkomsten kan verkrijgen. De kantonrechter ziet dus onvoldoende grond om aan te nemen dat de belangen van werkneemster onbillijk worden benadeeld door het concurrentiebeding, tegenover het belang van Therminon bij handhaving daarvan. De kantonrechter acht het waarschijnlijk dat een boete van € 10.000 in een bodemprocedure zal worden toegewezen en veroordeelt werkneemster tot betaling van dat bedrag aan Therminon.