Naar boven ↑

Rechtspraak

OR van Sociatas Europaea MS Amlin Insurance SE & OR MS Amlin Marine N.V./ Societas Europaea MS Amlin Insurance SE & MS Amlin Marine N.V.
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 8 februari 2023
ECLI:NL:RBAMS:2023:660
Nietigheid instemmingsplichtig besluit door OR tijdig ingeroepen. Ook aan de overige formaliteiten is voldaan.

Feiten

Op 14 september 2021 hebben Societas Europaea MS Amlin Insurance SE en MS Amlin Marine N.V. (hierna: de ‘Ondernemer’) aan de ondernemingsraad (hierna: OR) instemming gevraagd voor het aanpassen van de pensioenregeling op grond van artikel 27 lid 1a WOR. Het voorstel betrof onder meer een wijziging van de middelloonpensioenregeling in een beschikbarepremieregeling met een leeftijdsafhankelijke premiestaffel, gebaseerd op een marktrente van 2% (100% staffel). De OR heeft bij brief van 3 november 2021 laten weten dat hij enkel instemt met het voorgenomen besluit indien er bij de compensatiebepaling wordt uitgegaan van het 25% percentiel. Op 18 augustus 2022 heeft de Onderneming laten weten ondanks het advies van de OR uitvoering te geven aan het voorstel. De OR stelt dat hij nietigheid van het voorgenomen besluit van de Ondernemer tot wijziging van de pensioenregeling heeft ingeroepen op de voet van artikel 27 lid 5 WOR. Het voorgenomen besluit is daarmee nietig. Daarom wordt de kantonrechter verzocht te bepalen dat de Ondernemer zich dient te onthouden van het geven van uitvoering aan het besluit tot wijziging van de pensioenregeling.

Oordeel

De kantonrechter stelt voorop dat partijen het erover eens zijn dat het voorgenomen besluit tot wijziging van de pensioenregeling een besluit is waarvoor de Ondernemer de instemming van de OR behoeft. De kantonrechter is van oordeel dat de OR de nietigheid tijdig heeft ingeroepen. De Ondernemer heeft immers in de brief van 18 augustus 2022 aan de OR te kennen gegeven dat zij, ondanks de bezwaren van de OR en zonder de voorwaarde die de OR heeft gesteld aan zijn instemming te accepteren, uitvoering te gaan geven aan het voorstel betreffende de pensioenregeling. De Ondernemer heeft verder aangevoerd dat de OR heeft ingestemd met de wijziging van de pensioenregeling, zodat de OR daarom geen beroep op de nietigheid toekomt. Uit de brief van de OR van 3 november 2021 blijkt volgens de Ondernemer dat de OR heeft ingestemd met de wijziging van de pensioenregeling en met de compensatieregeling. Volgens de Ondernemer is een instemming onder voorwaarden niet mogelijk, nu de WOR daarin niet voorziet. Hier gaat de kantonrechter niet in mee. Het is juist dat de WOR ten aanzien van instemmingsplichtige besluiten slechts twee smaken kent, namelijk wel instemming of geen instemming. Dat wil echter niet zeggen dat een OR geen voorwaarde aan zijn instemming mag verbinden. Het is duidelijk dat de OR deze weg heeft bewandeld in de brief van 3 november 2021. Het moet de Ondernemer duidelijk zijn geweest dat de OR niet instemde met het besluit zoals dat voorlag. De Ondernemer heeft verder nog aangevoerd dat het verzoek moet worden afgewezen omdat de nietigheid van het besluit niet vaststaat (dat moet eerst in het petitum worden verzocht en pas daarna kan een verbod tot uitvoering van het besluit aan orde komen). Dit verzoek zal de kantonrechter passeren, nu artikel 27 lid 5 WOR bepaalt dat het besluit nietig is, indien de OR schriftelijk een beroep op de nietigheid heeft gedaan. De kantonrechter is van oordeel dat de OR met de brief van 16 september 2022 aan dit wettelijke vereiste heeft voldaan.