Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Vopak Terminal Europoort B.V.
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 21 februari 2023
ECLI:NL:GHDHA:2023:199
Werknemer heeft geen recht op uitbetaling ATV- en ouderendagen gedurende arbeidsongeschiktheid.

Feiten

Werknemer is sinds 1985 in dienst bij Vopak Terminal Europoort B.V. (‘Vopak’). Op de arbeidsovereenkomst van werknemer is de cao van Vopak van toepassing (de ‘cao’). In hoofdstuk 21 van de cao zijn bepalingen opgenomen over de uitbetaling en regeling van ATV- en ouderendagen voor medewerkers die onder de werkingssfeer vielen van de cao voor personeel Vopak Tankopslag Nederland (2007-2009) en op 31 december 2009 in dienst waren bij de rechtsvoorganger van Vopak.  In 2019 is werknemer een arbeidsongeval overkomen waardoor hij arbeidsongeschikt is geraakt. De arbeidsovereenkomst tussen partijen is op 15 juli 2021 opgezegd. In eerste aanleg heeft werknemer verzocht om een bedrag van € 8.579,60 wegens niet genoten ATV- en ouderendagen. De kantonrechter heeft de verzoeken van werknemer afgewezen, omdat zowel de ATV-dagen als de ouderendagen betrekking hebben op werktijdverkorting en in het geval van arbeidsongeschiktheid geen werktijdverkorting wordt opgebouwd. Partijen strijden in hoger beroep over de afwikkeling van de arbeidsovereenkomst en in het bijzonder over de vraag of werknemer bij ziekte recht heeft op uitbetaling van ATV- en ouderendagen.

Oordeel

Volgens Vopak is werknemer niet-ontvankelijk in de vermeerderingen van zijn verzoeken die dateren van ná de ondertekening op 29 maart 2022 van de vaststellingsovereenkomst waarin partijen elkaar over en weer finale kwijting hebben verleend. Het hof verwerpt het standpunt van Vopak. Uit de tekst van de vaststellingsovereenkomst volgt dat de finale kwijting betrekking heeft op de ten gevolge van het bedrijfsongeval geleden schade en niet op de afwikkeling van de arbeidsovereenkomst waarop deze procedure betrekking heeft. De brief van 5 april 2022 die ‘voor de volledigheid, en zeer waarschijnlijk ten overvloede’ vastlegt dat de finale kwijting los staat van de ‘arbeidsrechtelijke procedure met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden’ is in lijn met deze uitleg. Het gaat verder om de vraag of werknemer in de jaren 2019-2021 ATV- en ouderendagen heeft opgebouwd en of hij recht heeft op uitbetaling van deze dagen omdat hij die gedurende zijn arbeidsongeschiktheid niet heeft kunnen opnemen. Het hof legt de cao-bepalingen uit aan de hand van de cao-norm. Het hof volgt de uitleg van Vopak van de voor zijn oordeel relevante cao-bepalingen. Tussen partijen staat niet ter discussie dat de ATV- en ouderendagen moeten worden uitbetaald als aan de volgende twee voorwaarden is voldaan: (i) werknemer heeft de ATV- en ouderendagen opgebouwd; en (ii) werknemer heeft de opgebouwde ATV- en ouderendagen door toedoen van Vopak niet kunnen opnemen. Dat betekent dat Vopak niet hoeft uit te betalen als óf aan de ene óf aan de andere voorwaarde niet is voldaan. Het hof stelt voorop dat de hier bedoelde ATV-dagen en ouderendagen betrekking hebben op werktijdverkorting waardoor het wettelijk regime inzake vakantiedagen niet van toepassing is. De extra verlofdagen zijn allereerst overeengekomen naast de overeengekomen vakantiedagen. Verder geldt dat werknemers in 2010 21 ATV-dagen hadden, maar dat dit per 1 januari 2010 is omgezet in vakantiedagen (tien van die dagen worden uitbetaald en zes dagen blijven behouden als ‘roostervrije dagen die vrij opneembaar zijn’. De zes roostervrije dagen zijn dus geen voor uitbetaling in aanmerking komende vakantiedagen. Het hof ziet aanleiding om allereerst te beoordelen of de dagen, indien opgebouwd, voor uitbetaling in aanmerking komen. In de cao is bepaald dat op Vopak een inspanningsverbintenis rust om in overleg met de medewerkers maatregelen te treffen waardoor opname van de ATV mogelijk wordt. Anders dan werknemer stelt, dient uitbetaling dus slechts plaats te vinden als het opnemen van de dagen om roostertechnische redenen niet plaatsvindt. Ook de ouderendagen moeten worden aangemerkt als ‘werktijdverkorting met behoud van salaris’. Werktijdverkorting die gedurende het jaar door toedoen van de werkgever niet opgenomen kan worden, zal aan het einde van het jaar uitbetaald worden. Het betoog van werknemer dat onder ‘toedoen van de werkgever’ mede begrepen moet worden het niet opnemen vanwege een bedrijfsongeval, faalt. Werknemer heeft eveneens geen recht op uitbetaling van ATV- en ouderendagen over 2021. In 2021 is uitdrukkelijk opgenomen dat bij langdurige ziekte geen ATV- en ouderendagen worden opgebouwd. Aangezien werknemer in 2021 arbeidsongeschikt is geweest, betekent dit dat hij over deze periode geen ATV- en ouderendagen heeft opgebouwd en dat Vopak dienaangaande een correctie in haar administratie kan aanbrengen, zoals zij ook heeft gedaan. Werknemer heeft aldus geen recht op uitbetaling van ATV- en ouderendagen, zodat de vorderingen niet voor toewijzing in aanmerking komen.