Feiten 

Werkgever is een horecazaak waar werknemer in dienst is geweest in de functie van manager. Sinds 9 maart 2022 is werknemer ziek. Op 29 augustus 2022 is werknemer op staande voet ontslagen door werkgever. Aan het ontslag op staande voet ligt ten grondslag dat werknemer de zus van werkgever, haar man en zoontje die op dat moment in de auto zaten, heeft uitgescholden, op hen heeft gespuugd, hen heeft bedreigd en zijn middelvinger heeft opgestoken. Vervolgens is werknemer met een knuppel of iets dergelijks op de auto afgerend. Werkgever is van oordeel dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven en verbindt daar een aantal verzoeken aan. Werknemer is van oordeel dat het ontslag op staande voet onterecht was en verbindt daar ook een aantal verzoeken aan.  

Oordeel 

Het bedreigen van de werkgever en diens familie staat in de wet specifiek vermeld als een dringende reden. Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een dringende reden moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Vast staat dat werknemer op 26 augustus 2022 in zijn straat scheldend en spugend op de rijdende auto is afgerend waar de zus van werkgever, haar echtgenoot en zoontje in zaten. Ook staat vast, althans dat is niet betwist, dat hij op enig moment een voorwerp in zijn hand had. Werknemer heeft als rechtvaardiging voor zijn gedrag aangevoerd dat hij en zijn partner al langere tijd – namelijk sinds zijn ziekmelding – worden gestalkt door werkgever en zijn familie.  Uit de overgelegde stukken en hetgeen is verklaard tijdens de mondelinge behandeling, is in voldoende mate komen vast te staan dat in ieder geval gesproken kan worden van opgebouwde spanningen en wantrouwen in de (familie)verhoudingen. Zo is er sprake van aangiftes, contact met de wijkagent, is filmmateriaal voorhanden en is een dagboek bijgehouden. De stelling van werkgever dat werknemer volledig uit het niets achter de auto is aangerend, vindt geen steun in al deze stukken. Dat neemt echter niet weg dat, ook wanneer werknemer wordt gevolgd in zijn stelling dat sprake is van stalking, deze geen dan wel onvoldoende rechtvaardiging biedt voor zijn handelen. Werknemer had zich daarvan moeten onthouden. Nu hij dat niet heeft gedaan heeft hij werkgever een dringende reden voor ontslag op staande voet gegeven. Het ontslag op staande voet is dan ook rechtsgeldig gegeven. De vordering ten aanzien van het inleveren van bedrijfseigendommen wordt toegewezen. De gedragingen van werknemer zijn niet aan te merken als ernstig verwijtbaar, waardoor hij recht heeft op de transitievergoeding.