Naar boven ↑

Rechtspraak

X/Y
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Middelburg), 15 maart 2023
ECLI:NL:RBZWB:2023:1776
Uitzendkracht wiens dienstverband is beƫindigd na een incident op de werkvloer heeft geen recht op schadevergoeding van de betreffende collega. Het causaal verband tussen de gestelde schade en het onrechtmatig handelen is niet vast komen te staan.

Feiten

X heeft op 4 mei 2018 een arbeidsovereenkomst Fase A gesloten met uitzendbureau A. X is met ingang van 7 mei 2018 via het uitzendbureau ingeleend door bedrijf B. Y was ook werkzaam bij bedrijf B . Hij was werkzaam als leidinggevende van de avondploeg, waar X ook deel van uitmaakte. Op 30 september 2019 heeft een incident plaatsgevonden op de werkvloer. X en Y waren hierbij betrokken. Het uitzendbureau heeft X bij brief van 4 oktober 2019 medegedeeld dat zijn dienstverband van rechtswege afloopt op 6 oktober 2019 en niet wordt verlengd. X heeft van 7 oktober 2019 tot 21 augustus 2020 een WW-uitkering ontvangen. X heeft aangifte gedaan van mishandeling door Y. Bij vonnis van de politierechter d.d. 8 juli 2020 is Y wegens mishandeling van X veroordeeld tot een geldboete en tot betaling van een schadevergoeding aan X als benadeelde partij. In deze procedure vordert X onder meer een verklaring voor recht dat Y onrechtmatig heeft gehandeld jegens X en betaling van een schadevergoeding van € 4.095 bruto. X legt onder meer aan de vordering ten grondslag dat zijn dienstverband is beëindigd door het onrechtmatig handelen van Y en X hierdoor inkomensschade heeft geleden.

Oordeel

Onrechtmatig handelen

De politierechter heeft bij vonnis bewezen verklaard dat Y X op 30 september 2019 mishandeld heeft. Y stelt dat hij ten onrechte veroordeeld is, maar hij is niet in hoger beroep gaan tegen deze veroordeling. Het vonnis van de politierechter is in kracht van gewijsde gegaan. Op grond van artikel 161 Rv levert dit vonnis dwingend bewijs van de mishandeling. Daarmee staat het onrechtmatig handelen van Y tegen X vast. Het onrechtmatig handelen van Y kan ook aan hem worden toegerekend. Een rechtvaardigingsgrond voor het onrechtmatig handelen is gesteld noch gebleken.

Schadevergoeding

Naar het oordeel van de kantonrechter is het causaal verband tussen de door X gestelde schade en het onrechtmatig handelen van Y niet komen vast te staan. In de aangehaalde brief vermeldt de heer C namens het uitzendbureau dat het dienstverband van X van rechtswege afloopt op 6 oktober 2019 en niet verlengd wordt. Uit de overgelegde stukken, het voorlopig getuigenverhoor en hetgeen hierover ter zitting voren is gebracht, blijkt dat er meerdere redenen waren voor de beëindiging van de inleen door bedrijf B en het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst van X door het uitzendbureau. Ook blijkt hieruit dat die redenen grotendeels zijn gelegen in het niet optimaal functioneren en handelen van X zelf. Uit de verklaring van Z, die bij het incident aanwezig was, blijkt dat zowel X als Y een aandeel heeft gehad in het incident dat op 30 september 2019 heeft plaatsgevonden. Dat doet niet af aan het onrechtmatig handelen van Y tegen X, maar hieruit blijkt wel dat het gedrag van X zelf op de werkvloer ook een van de redenen voor de beëindiging van de inleen is geweest. Uit de verklaring van de sr. teamleider volgt dat het aandeel van X in het incident mede bepalend is geweest voor de beslissing om de inleen bij bedrijf B te beëindigen en de arbeidsovereenkomst bij het uitzendbureau niet te verlengen. Dat, zoals X ter onderbouwing van zijn vordering heeft gesteld, het onrechtmatig handelen van Y de directe aanleiding is geweest voor het beëindigen van de inleen van X door bedrijf B, het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst bij het uitzendbureau, is in ieder geval niet vast komen te staan. Een causaal verband tussen het handelen van Y en het einde van de inleen door bedrijf B, het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst bij het uitzendbureau en de daaruit voortvloeiende inkomensvermindering is daarom evenmin vast komen te staan. De daarop gebaseerde vordering tot schadevergoeding zal om die reden worden afgewezen.