Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 4 april 2023
ECLI:NL:GHSHE:2023:1068
Feiten
Bij tussenarrest van 25 mei 2020 heeft het hof werknemer toegelaten te bewijzen dat hij tijdens zijn dienstverband bij VDNS heeft gevraagd naar de mogelijkheid van het sluiten van een WIA-excedentverzekering en dat daarop is gereageerd met de mededeling dat dit voor hem niet van belang was of voor hem niet gold, althans dat hij goed verzekerd was. Werknemer heeft als getuigen doen horen: zichzelf, X en Y (in dienst van VDNS, tevens aandeelhouder van VDNS).
Oordeel
Het hof is van oordeel dat werknemer niet is geslaagd in de bewijslevering. Het hof komt tot het oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat werknemer en Y een gesprek hebben gevoerd in februari 2012 over de verzekeringsmogelijkheid bij arbeidsongeschiktheid, maar uit de verklaring van geen van beiden blijkt dat toen tegen werknemer is gezegd dat dit voor hem niet van belang was of voor hem niet gold, althans dat hij goed verzekerd was. Een dergelijke mededeling is, afgaand op de verklaring van werknemer, pas in november 2012 gedaan. Dat dit, of iets in die trant, is gezegd, blijkt echter verder nergens uit. De verklaring van werknemer staat op dit punt volledig op zichzelf, terwijl de verklaring van werknemer als partij-getuige slechts beperkte bewijskracht heeft. De vraag of een dergelijke mededeling is gedaan is cruciaal in deze zaak. Dit is wat werknemer moest bewijzen. Nu werknemer niet is geslaagd in het leveren van het opgedragen bewijs, zal het hof zijn vorderingen afwijzen.