Feiten

Werknemer is op 1 september 2020 voor onbepaalde tijd bij Flynth adviseurs en accountants B.V. (hierna: Flynth) in dienst getreden in de functie van belastingadviseur in opleiding. Op 4 maart 2021 heeft werknemer zich ziekgemeld. De re-integratie van werknemer is moeizaam verlopen en  de communicatie tussen partijen is gaandeweg steeds stroever geworden. Beide partijen leggen de oorzaak daarvan bij de ander. Vanaf 26 juni 2022 hebben partijen geen contact meer met elkaar gehad. Flynth verzoekt op meerdere gronden ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Pas na het indienen van het verweerschrift is duidelijk geworden dat werknemer sinds 1 juli 2022 gedetineerd is.

Oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat, ook wanneer komt vast te staan dat werknemer nog steeds arbeidsongeschikt is, dit in dit geval niet aan een ontbinding in de weg staat. Werknemer stelt dat het uitblijven van het contact komt door de voorlopige hechtenis en dat dit alles geheel buiten zijn schuld is gebeurd. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft werknemer geen enkele openheid van zaken gegeven. Dat betekent dat hij op dit moment al gedurende een periode van ruim zeven maanden geen contact heeft gehad met zijn werkgever en dus al die tijd geen werk - al dan niet op basis van re-integratie - heeft verricht. Flynth heeft ook geen enkel zicht op de verdere duur van de afwezigheid van werknemer en de eventuele gevolgen voor het verrichten van zijn functie van belastingadviseur. Anders dan werknemer meent, zijn dit omstandigheden die voor zijn risico komen. De arbeidsovereenkomst wordt per direct ontbonden, zonder inachtneming van de tussen partijen geldende opzegtermijn. Omdat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer heeft hij geen recht op de transitievergoeding en omdat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen aan de kant van Flynth is er ook geen aanleiding voor toekenning van een billijke vergoeding. De proceskosten worden gecompenseerd.