Feiten

Werknemer is op 27 september 2001 in dienst getreden van Evean Zorg. Werknemer is op 21 januari 2022 door zijn teammanager, X, ziek gemeld, omdat het zichtbaar niet goed met hem ging. X vermoedde dat er alcohol in het spel was. Partijen hebben daarop de afspraak gemaakt dat werknemer iedere vrijdag zou bellen met X. Dat heeft werknemer één keer gedaan. Werknemer is niet verschenen op de afspraak met de bedrijfsarts waarvoor hij was opgeroepen. Bij brief van 28 februari 2022 heeft Evean Zorg werknemer gewezen op zijn verplichtingen, hem een waarschuwing gegeven en uitgenodigd voor een gesprek. Wanneer werknemer daar niet zou verschijnen, zou het loon worden opgeschort. Werknemer is opnieuw, zonder bericht, niet verschenen en was niet bereikbaar. Bij brief van 4 maart 2022 heeft Evean Zorg werknemer bericht dat zijn loon werd opgeschort en hem wederom uitgenodigd voor een gesprek. Werknemer is niet verschenen. Evean Zorg heeft vervolgens nog meermaals tevergeefs geprobeerd contact te zoeken met werknemer. Bij brief van 13 mei 2022 heeft Evean Zorg werknemer meegedeeld dat zijn loon per die datum werd stopgezet. Op 9 juni 2022 heeft werknemer per WhatsApp-bericht aan X laten weten dat hij tijd nodig had en er daarom (maximaal) een half jaar tussenuit wilde. X heeft daarop voorgesteld om elkaar te spreken. Ook heeft Evean Zorg op 14 juni 2022 nog een brief aan werknemer gestuurd. Werknemer heeft niet gereageerd, ondanks de aankondiging van verdere arbeidsrechtelijke maatregelen wanneer hij geen contact met Evean Zorg zou opnemen. Evean Zorg heeft op 5 juli 2022 bij het UWV een deskundigenoordeel over de re-integratie-inspanningen van werknemer aangevraagd. Het UWV heeft op 23 augustus 2022 bericht dat ook hij geen contact kreeg met werknemer en daarom geen deskundigenoordeel kon afgeven. Evean Zorg verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de e-grond.

Oordeel

Het primaire verzoek is gegrond op het zich niet houden aan de verplichtingen van artikel 7:660a BW. De kantonrechter overweegt dat het opzegverbod tijdens ziekte niet van toepassing is als ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt verzocht vanwege het schenden van die verplichtingen en de werkgever de werknemer schriftelijk heeft gemaand tot nakoming van deze verplichtingen of om die reden de betaling van het loon heeft gestaakt (art. 7:670a lid 1 BW). Beide heeft Evean Zorg gedaan, nadat zij werknemer daarvoor eerst heeft gewaarschuwd. Het overleggen van een verklaring van het UWV kan in redelijkheid niet van Evean Zorg worden gevergd, nu werknemer voor het UWV niet te bereiken was. Evean Zorg is dan ook ontvankelijk in haar verzoek en het opzegverbod geldt niet. Werknemer heeft in reactie op het verzoekschrift in algemene bewoordingen toegelicht dat hij niet goed in zijn vel zat, hij is weggelopen voor zijn verantwoordelijkheden en hij is daarom zijn re-integratieverplichtingen, ondanks de aanmaningen van Evean Zorg, niet nagekomen. Een nadere uitleg heeft werknemer, hoewel daarnaar ter zitting meerdere keren is gevraagd, niet gegeven. De hem gemaakte verwijten over het niet nakomen van zijn verplichtingen vanaf 28 januari 2022 tot de eerste zitting heeft werknemer verder niet weersproken. Ook na de zitting van 22 november 2022, toen werknemer, zoals was afgesproken, opnieuw is opgeroepen voor de bedrijfsarts, heeft hij het laten afweten. Werknemer heeft gezien het voorgaande ernstig verwijtbaar gehandeld door herhaaldelijk, structureel en zelfs nadat hem op de zitting van 22 november 2022 het belang ervan is uitgelegd, niet te voldoen aan zijn verplichtingen in het kader van zijn re-integratie. Er is dan ook een redelijke grond om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. Nu sprake is van (ernstig) verwijtbaar handelen ligt herplaatsing niet in de rede. Evean Zorg is werknemer geen transitievergoeding verschuldigd.