Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Tilburg), 5 april 2023
ECLI:NL:RBZWB:2023:2280
Feiten
Werknemer is dienst bij werkgever. Werkgever heeft aangegeven dat hij per direct de arbeidsovereenkomst wilde beëindigen, werknemer heeft hiermee ingestemd. Bij het begin van de arbeidsovereenkomst heeft werknemer een telefoon in bruikleen gekregen die hij na het einde van de arbeidsovereenkomst moest teruggeven. Werknemer heeft tijdens zijn arbeidsovereenkomst ook een leaseauto tot zijn beschikking gekregen die moest worden ingeleverd na het einde van de arbeidsovereenkomst. Werknemer heeft twee verkeersboetes ontvangen van in totaal € 135,10. Werkgever vordert onder meer de betaling van de verkeersboetes en de restwaarde van de telefoon.
Oordeel
De kantonrechter komt tot het oordeel dat werknemer de restwaarde van de telefoon moet betalen. Het staat tussen partijen vast dat werknemer de telefoon terug moest geven aan werkgever. Het is in dit geval aan werknemer om voldoende onderbouwd aan te voeren dat werkgever de telefoon terug heeft ontvangen. Werknemer is hier in dit geval niet in geslaagd. Werknemer heeft aangevoerd dat hij de telefoon aangetekend heeft verstuurd. Uit de Track&Tracecode die werknemer heeft overgelegd is niet meer af te leiden dan dat het pakket is voorgemeld en dat het pakket niet (meer) te traceren is. Een bewijs van voormelding is echter enkel een administratieve handeling die niets zegt over of de telefoon daadwerkelijk fysiek ter verzending is aangeboden. De kantonrechter concludeert dat werknemer onvoldoende onderbouwd heeft dat de telefoon daadwerkelijk bij werkgever is afgeleverd, zodat hij ook niet tot bewijslevering zal worden toegelaten. De kantonrechter wijst een restwaarde ter hoogte van € 228 (inclusief btw) toe, omdat werknemer zelf heeft verwezen naar dit lagere bedrag en dit bedrag in die zin als restwaarde voor de telefoon door hem is erkend. Tussen partijen staat niet ter discussie dat àls werknemer de auto van werkgever nog in zijn bezit had op de momenten dat de boetes zijn veroorzaakt, werknemer deze boetes moet betalen. Het is in dit geval aan werknemer om voldoende onderbouwd aan te voeren (en zo nodig te bewijzen) dat de auto al was opgehaald op het moment dat de boetes zijn veroorzaakt. Werknemer heeft onvoldoende onderbouwd aangevoerd dat de auto niet meer in zijn bezit was. De kantonrechter veroordeelt werknemer de verkeersboetes te betalen.