Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 25 januari 2023
ECLI:NL:RBMNE:2023:140
Kort geding. Schorsing concurrentiebeding. Werkgever heeft onvoldoende onderbouwd dat hij belang heeft bij non-concurrentiebeding.

Feiten

Werknemer is op 1 februari 2020 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst getreden van bedrijf X. Op 6 augustus 2020 is een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd gesloten. Bedrijf X is in 2021 overgenomen door werkgever. Werknemer heeft in oktober 2022 meegedeeld dat hij voornemens is te vertrekken en heeft in november 2022 aangegeven dat hij een aanbieding heeft gehad bij bedrijf Y en daar in dienst wil treden. Werkgever heeft met een beroep op het non-concurrentiebeding geweigerd hiervoor toestemming te verlenen. Werknemer vordert in kort geding schorsing van het non-concurrentiebeding.

Oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat werknemer voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij een spoedeisend belang heeft bij schorsing van het non-concurrentiebeding om indiensttreding bij bedrijf Y mogelijk te maken. De kantonrechter acht het aannemelijk dat werknemer een ervaren medewerker is die veel kennis heeft van de woningcorporatiesector omdat hij een groot deel van zijn carrière in deze sector werkzaam is geweest. Werkgever heeft echter onvoldoende onderbouwd dat werknemer – naast de vakinhoudelijke kennis die hij bij werkgever en bij zijn vorige werkgevers heeft opgebouwd – door zijn functie op de hoogte is van essentiële relevante commerciële en technische informatie of van unieke werkprocessen en strategieën van werkgever, waarvan bedrijf Y geen kennis draagt en waarvan de kennisname bij bedrijf Y leidt tot een concurrentievoordeel dat hij anders niet zou hebben gehad. Werkgever had dit concreet moeten maken. De enkele stelling van werkgever dat bedrijf Y een directe concurrent van hem is, is in dit verband onvoldoende. Zodoende heeft werkgever naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende onderbouwd dat hij voor wat betreft de indiensttreding van werknemer bij bedrijf Y als solution architect (een te beschermen) belang heeft bij het beroep op het non-concurrentiebeding. De kantonrechter acht aannemelijk dat een bodemrechter zal oordelen dat het non-concurrentiebeding voor wat betreft de beoogde functie bij bedrijf Y vernietigd dient te worden.