Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgeefster c.s.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 20 april 2023
ECLI:NL:RBROT:2023:3454
Loonstop arbeidsongeschikte werknemer onterecht. Bedrijfsarts adviseerde koffiemomenten; werknemer mocht in redelijkheid weigeren tijdens avonduren af te spreken met werkgever. Koffiemomenten in het kader van re-integratie dienen in beginsel tijdens werktijd plaats te vinden.

Feiten

Werkneemster is sinds 21 september 2018 bij werkgeefster in dienst in de functie van schoonmaakmedewerkster. Op 16 februari 2022 heeft werkneemster zich ziek gemeld. Op 5 oktober 2022 heeft werkneemster contact gehad met de bedrijfsarts voor een periodieke evaluatie. De bedrijfsarts constateerde dat geen reële arbeidsmogelijkheden bestonden en adviseerde werkgeefster om werkneemster regelmatig uit te nodigen voor een 'koffiedrinkmoment'. Dit advies heeft de bedrijfsarts op 16 november 2022, na een periodieke evaluatie, herhaald. Partijen hebben vervolgens een aantal keer koffie-afspraken met elkaar gehad. Tussen werkgeefster en werkneemster is eind november 2022 een discussie ontstaan over het tijdstip waarop de koffiemomenten tussen hen zouden plaatsvinden. Werkgeefster heeft aangegeven vanwege werkverplichtingen pas vanaf 18:30 uur te kunnen afspreken; werkneemster heeft zich tot 17:30 uur beschikbaar willen houden voor een koffie-afspraak. Werkgeefster heeft het loon van werkneemster over de maand december 2022 onbetaald gelaten. Werkneemster eist in kort geding veroordeling van werkgeefster tot doorbetaling van loon.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. In de wet is (limitatief) opgesomd in welke gevallen een werkgever een loonstop mag toepassen ten opzichte van een arbeidsongeschikte werknemer. De kantonrechter begrijpt het standpunt van werkgeefster zo dat zij zich erop beroept dat zij op grond van artikel 7:629 lid 3 aanhef in verbinding met sub d BW het loon van werkneemster over de maand december 2022 niet heeft uitbetaald. De kantonrechter acht voldoende gebleken dat werkneemster niet heeft geweigerd om het advies tot het houden van koffiemomenten op te volgen. Wel heeft zij op enig moment geweigerd om (pas) om 18:30 uur af te spreken met werkgeefster in verband met haar persoonlijke situatie. De kantonrechter is van oordeel dat werkneemster hiertoe in redelijkheid mocht overgaan. De kantonrechter acht het redelijk dat voor het plannen van koffiemomenten in het kader van de re-integratie van werkneemster wordt aangesloten bij de werktijden die zij voorafgaand aan haar ziekte werkte bij werkgeefster. Werkneemster werkte overdag, niet ’s avonds. Daar komt bij dat werkneemster op de zitting heeft verklaard dat zij in verband met haar ziekte ’s avonds te moe is om naar Capelle aan den IJssel te reizen. Dit vindt de kantonrechter niet onaannemelijk. Werkgeefster heeft onvoldoende onderbouwd dat er echt geen manier is om overdag met werkneemster af te spreken. Ook is niet gebleken dat bijvoorbeeld het inplannen van een digitaal koffiemoment als alternatief voor het fysieke koffiemoment voldoende is onderzocht door werkgeefster, terwijl de gemachtigde van werkneemster heeft voorgesteld een digitaal koffiemoment te houden. Al met al is niet aannemelijk geworden dat werkgeefster zich in dit kader constructief heeft opgesteld en naar (creatieve) oplossingen heeft gezocht, terwijl de wijze waarop de organisatie van werkgeefster is ingericht zeker niet zonder meer aan werkneemster kan worden tegengeworpen. Daarmee is de loonstop onterecht toegepast. Werkneemster mocht onder de gegeven omstandigheden in redelijkheid weigeren om ’s avonds met werkgeefster af te spreken. De loonvordering wordt toegewezen.