Naar boven ↑

Rechtspraak

Ambassade Verenigde Arabische Emiraten/werkneemster
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 31 januari 2023
ECLI:NL:GHDHA:2023:80
Ontslag op staande voet van werkneemster van een ambassade. Het gebruik van vertrouwelijke documenten bij ontslagprocedure levert geen dringende reden op.

Feiten

De Ambassade van de Verenigde Ararbische Emiraten (hierna: de Ambassade) heeft op 18 december 2020 een ontslagaanvraag ingediend bij het UWV wegens bedrijfseconomische redenen, waarbij zij stelt dat de functie van werkneemster zou komen te vervallen vanwege een wereldwijde reorganisatie en een budgetdaling. Werkneemster heeft hierop op 10 februari 2021 gereageerd en enkele documenten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Internationale Samenwerking als bijlage toegevoegd, waaruit blijkt dat haar functie behouden zou blijven. Het UWV heeft vervolgens de ontslagaanvraag afgewezen omdat de Ambassade onvoldoende heeft aangetoond dat het laten vervallen van de functie van werkneemster zal leiden tot een doelmatiger bedrijfsvoering. Op 29 maart 2021 is werkneemster de toegang tot het Ambassadegebouw ontzegd en op 10 mei 2021 is zij op staande voet ontslagen. De Ambassade stelt dat werkneemster vertrouwelijke documenten heeft gedeeld zonder toestemming en deze op illegale wijze heeft verkregen. De kantonrechter heeft in eerste aanleg geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat werkneemster de documenten die zij heeft gebruikt in de procedure bij het UWV, op onrechtmatige wijze heeft verkregen. Het was volgens de kantonrechter toegestaan dat werkneemster deze stukken onder zich hield en deze in het geding bracht in de UWV-procedure. Daarom heeft de kantonrechter het ontslag op staande voet vernietigd. De Ambassade heeft onder meer geconcludeerd dat het hof alsnog een datum bepaalt waarop de arbeidsovereenkomst eindigt.

Oordeel

De Ambassade heeft aangevoerd dat werkneemster de documenten onrechtmatig heeft verkregen en dat ze deze heeft achtergehouden. De Ambassade beweert dat zij de documenten alleen ter inzage aan werkneemster had gegeven, maar haar geen kopieën heeft verstrekt. Werkneemster verklaart echter dat ze de documenten rechtstreeks van haar leidinggevende heeft gekregen vanwege een mogelijke reorganisatie. Ze heeft ook WhatsApp-berichten overlegd waarin ze dit bespreekt met haar leidinggevende. Het hof oordeelt dat de Ambassade niet heeft bewezen dat werkneemster de documenten onrechtmatig heeft verkregen. Er is geen verklaring van de Ambassade zelf overgelegd waaruit blijkt dat ze de documenten alleen ter inzage heeft gegeven. Daarnaast betwist de Ambassade niet dat het UWV gebruik heeft gemaakt van de door werkneemster overgelegde documenten in zijn beslissing. Het hof oordeelt dat de documenten relevant waren voor de beoordeling van de ontslagaanvraag en dat het voor werkneemster niet duidelijk was dat ze deze niet mocht overleggen. De ambassade stelt ook dat zij aan het ambassadepersoneel hogere eisen mag stellen wat betreft geheimhouding en vertrouwelijkheid van interne stukken. Het hof erkent dit, maar stelt dat het overleggen van interne stukken in een UWV-procedure niet automatisch een dringende reden voor ontslag oplevert. Het hof verwacht echter wel dat de ambassade concreet toelicht waarom bepaalde documenten vertrouwelijk waren, maar de ambassade heeft dit nagelaten. Het hof oordeelt dat de Ambassade niet heeft aangetoond dat het overleggen van de documenten in de UWV-procedure een dringende reden oplevert.