Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 27 juni 2023
ECLI:NL:GHARL:2023:5343
Feiten
Werkneemster was werkzaam bij onderneming Produkties (hierna: ‘Produkties’). In een arbeidsrechtelijk geschil tussen werkneemster en Produkties hebben zij tijdens een zitting op 6 november 2019 afspraken gemaakt die zij in het proces-verbaal van die zitting hebben vastgelegd (hierna: de vaststellingsovereenkomst). Een van de afspraken was dat werkneemster alle bedrijfseigendommen binnen 14 dagen na heden zou inleveren bij Produkties. Een maand voor die zitting, op het moment dat zij werd uitgesloten van haar werkzaamheden, had werkneemster een back-up gemaakt van de mailbox van Produkties, met daarin e-mails en documenten als bijlagen. Werkneemster zoekt in de back-up naar stukken die zij kan inbrengen ter onderbouwing van haar stellingen en verweren in diverse procedures die tussen partijen zijn en nog worden gevoerd. Partijen twisten in dit kort geding met name over de vraag of de back-up kan worden gekwalificeerd als bedrijfseigendom in de zin van artikel 13 van de vaststellingsovereenkomst en of er desondanks een rechtvaardiging bestaat voor het behoud van die back-up door werkneemster. De voorzieningenrechter heeft in het vonnis van 15 mei 2023 een deel van de vorderingen van Produkties toegewezen en heeft werkneemster veroordeeld om alle bedrijfseigendommen van Produkties (en de daarmee geallieerde vennootschappen) over te dragen aan Produkties en een volledig overzicht aan Produkties te verstrekken van (rechts)personen of partijen aan wie zij na 6 november 2019 bedrijfseigendommen (waaronder e-mails) heeft verstrekt, om welke bedrijfseigendommen dat gaat en wanneer die verstrekking plaatsvond. Werkneemster komt in dit hoger beroep op tegen deze veroordeling.
Oordeel
Op 7 oktober 2019 heeft werkneemster op een externe harde schijf een back-up gemaakt van de mailbox van Produkties. De vraag of die back-up moet worden beschouwd als een, op grond van artikel 13 van de vaststellingsovereenkomst, te retourneren bedrijfseigendom moet worden beantwoord door uitleg van de overeenkomst. Net als de voorzieningenrechter is het hof van oordeel dat de toevoeging ‘in de ruimste zin van het woord’ erop wijst dat álles van Produkties, dus ook een kopie van haar algemene mailbox inclusief bijgevoegde documenten, moest worden ingeleverd. Bovendien merkt het hof op dat ter zitting in hoger beroep duidelijk is geworden dat werkneemster tijdens of voorafgaand aan de zitting op 6 november 2019 niet heeft verteld dat zij een back-up van de mailbox had gemaakt en meegenomen. Voor zover zou moeten worden aangenomen dat tijdens de schikkingsonderhandelingen niet met zoveel woorden is gesproken over kopieën, mocht werkneemster daaruit redelijkerwijze niet afleiden dat de back-up niet onder de afspraken zou vallen. Door achter te houden dat zij een back-up had gemaakt, heeft werkneemster Produkties immers op een kennisachterstand gezet en haar de kans ontnomen om (in de vaststellingsovereenkomst) uitdrukkelijk op te nemen dat ook de back-up tot die bedrijfseigendommen behoorde. Werkneemster zal de back-up in beginsel dus moeten teruggeven aan Produkties. Het hof volgt werkneemster echter ook in haar standpunt dat zij, gezien de nog verwachte procedures en het feit dat zij eerdere claims van Produkties deels heeft weten af te wenden door overlegging van e-mails en bijlagen uit de mailbox, een gerechtvaardigd belang heeft om zich te kunnen blijven verweren tegen claims met behulp van informatie die in de mailbox staat. Dat vloeit voort uit het beginsel van equality of arms. Duidelijk is wel dat niet alle e-mails en bijlagen die op de back-up staan mogelijk van nut zijn in toekomstige procedures. Het hof oordeelt dan ook dat de externe harde schijf waarop werkneemster een back-up heeft gemaakt van de mailbox van Produkties zal worden overgedragen aan een door partijen aangewezen advocaat die het beheer van de harde schijf en de (beoordeling ten aanzien van de) verstrekking van daarop staande gegevens aan werkneemster op zich neemt. Werkneemster zal gelijktijdig een kopie van de harde schijf aan Produkties moeten verschaffen en mag zelf geen kopie behouden.