Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 8 augustus 2023
ECLI:NL:RBOVE:2023:3219
Werknemer wordt deels 'zwart' uitbetaald. Geschil gaat erover over welke uren het loon tijdens ziekte moet worden doorbetaald.

Feiten 

Werknemer werkt als chauffeur voor werkgeefster. Hij krijgt acht uur wit overgemaakt op zijn bankrekening en daarvan ontving hij ook loonstroken. De overige uren kreeg hij ‘zwart’ uitbetaald. In 2013 heeft werknemer met werkgeefster afgesproken dat hij vanaf dat moment 23 uur per week zou werken. Op 7 maart 2022 heeft werknemer zich ziek gemeld. Werkgeefster heeft alleen het loon over de wit gewerkte uren aan werknemer doorbetaald. Werknemer vordert loon over de nog niet uitbetaalde ‘zwarte’ uren. Werkgeefster voert onder meer aan dat werknemer geen recht heeft op uitbetaling van de zwart gewerkte uren indien hij die uren niet (heeft ge)werkt. Dit zou in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid. Zij betwist bovendien de hoogte van het gevorderde loon. 

Oordeel 

De kantonrechter oordeelt dat een werknemer recht heeft op loondoorbetaling tijdens ziekte, ook over de uren waarvan partijen zijn overeengekomen dat die zwart worden uitbetaald. Ook als werknemer zelf heeft voorgesteld uren zwart uit te betalen, maakt dit het niet anders. Werkgeefster heeft dan immers zelf ook ingestemd met dit voorstel. De loonvordering wordt toegewezen. Werknemer heeft recht op loondoorbetaling vanaf de dag dat hij zich heeft ziek gemeld tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd of de loondoorbetalingsplicht op basis van de wet stopt. De kantonrechter neemt aan dat sprake is van een arbeidsovereenkomst van 23 uur per week nu partijen in de vaststellingsovereenkomst van 24 oktober 2022 hebben opgenomen dat de arbeidsovereenkomst een omvang heeft van 23 uur per week. Over de zwart gewerkte uren wordt het overeengekomen uurloon, bruto toegewezen.