Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/MMA Distributie B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Zaanstad), 28 april 2023
ECLI:NL:RBNHO:2023:6850
Vernietiging ontslag op staande voet. Dringende reden (diefstal) volgt niet uit overgelegde foto’s. Voorwaardelijk ontbindingsverzoek toegewezen onder toekenning van de transitievergoeding (€ 1.199,59) en een billijke vergoeding (€ 6.000).

Feiten

Werknemer is sinds 28 april 2021 in dienst van MMA Distributie B.V. (hierna: MMA) in de functie van teamleider magazijn tegen een brutomaandsalaris € 2.800 exclusief 8% vakantiegeld en een jaarlijkse bonusregeling. Werknemer heeft tweemaal een officiële waarschuwing gekregen, de laatste omdat volgens MMA zou zijn geconstateerd dat werknemer en het overige personeel zonder toestemming gebruik hebben gemaakt van de voorraden van MMA (diefstal). Werknemer meldt zich vervolgens tweemaal ziek. Bij brief van 10 januari 2023 is werknemer op staande voet ontslagen wegens het zich meermaals toe-eigenen van producten voor eigen gebruik. Dit is geconstateerd bij het bekijken van een veelvoud aan camerabeelden, aldus MMA. Werknemer verzoekt primair onder meer vernietiging van het ontslag alsmede loondoorbetaling en subsidiair betaling van financiële vergoedingen. MMA dient tegenverzoeken in: voorwaardelijke ontbinding.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. MMA heeft voor alle weren aangevoerd dat werknemer niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat de verzoeken zijn gericht aan een onderneming die niet bestaat. In reactie daarop heeft werknemer de partij aan wie de verzoeken zijn gericht gewijzigd. De kantonrechter is van oordeel dat MMA niet in haar belangen is geschaad en dat de rectificatie tijdig heeft plaatsgevonden. Werknemer wordt daarom ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. Ten aanzien van het ontslag op staande voet oordeelt de kantonrechter dat dit niet rechtsgeldig is gegeven. Gelet op het feit dat MMA de diefstal op geen andere wijze heeft onderbouwd dan door het overleggen van vier foto’s gemaakt op 29 november 2022 aan de hand waarvan geen dringende reden kan worden vastgesteld en de gemotiveerde betwisting van werknemer, had het op de weg van MMA gelegen om haar standpunt nader te onderbouwen. Nu zij dit heeft nagelaten, is de gestelde diefstal niet komen vast te staan. Dit maakt dat er geen rechtsgeldige reden voor ontslag is. Bovendien schort het aan de subjectiviteit van de dringende reden (eerst officiële waarschuwing) en is het ontslag niet onverwijld gegeven (niet gebleken van nader onderzoek). Het ontslag wordt vernietigd en de loonvordering wordt toegewezen. Het voorwaardelijk ontbindingsverzoek wegens een verstoorde arbeidsverhouding (tegenverzoek) wordt eveneens toegewezen. Gelet op de verklaringen ter zitting is het de kantonrechter duidelijk dat partijen over en weer ieder vertrouwen in de samenwerking hebben verloren. Aan werknemer wordt een billijke vergoeding toegekend (€ 6.000 bruto) onder meer omdat de verstoring is veroorzaakt door MMA. Er is rekening gehouden met de fictieve resterende duur van de arbeidsovereenkomst (kort wegens spanningen), het korte dienstverband van werknemer, de verwachte duur van het vinden van een vergelijkbare baan (jonge werknemer, arbeidsmarktkrapte: binnen zes maanden), het verwachte herstel van ziekte en het beperkte verlies aan inkomen (uitkering en transitievergoeding). Ook heeft werknemer recht op de transitievergoeding (€ 1.199,59 bruto).