Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 25 augustus 2023
ECLI:NL:RBROT:2023:8637
Feiten
Werknemer is sinds 23 juni 2021 in dienst van RSL Multicleaning B.V. (hierna: RSL) in de functie van productiemedewerker/schoonmaak. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Schoonmaak en Glazenwassersbedrijf van toepassing. Werknemer heeft zich op 28 maart 2023 ziek gemeld en RSL betaalt sindsdien (met uitzondering van één betaling) geen loon meer aan werknemer. Werknemer vordert in kort geding onder meer RSL te verplichten het loon (door) te betalen en tot het inschakelen van een bedrijfsarts. RSL is niet in het geding verschenen.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. De eis wordt toegewezen omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond is, behoudens het navolgende. Het is voldoende aannemelijk dat op grond van artikel 7:629 BW in een bodemprocedure de loonvordering tijdens ziekte van werknemer zal worden toegewezen, met dien verstande dat aannemelijk is dat 90% van het door werknemer gevorderde loon zal worden toegewezen, gelet op de van toepassing zijnde cao. Het ligt verder op de weg van RSL werknemer na zijn ziekmelding door de bedrijfsarts te laten oproepen om de arbeidsongeschiktheid van werknemer te beoordelen (art. 2 Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar) en in afstemming met de bedrijfsarts invulling te geven aan haar re-integratieverplichtingen (art. 7:658a BW). RSL wordt daarom, naast de veroordeling tot doorbetaling van loon, veroordeeld haar bedrijfsarts opdracht te geven werknemer op te roepen.