Feiten

Werknemer is per 1 augustus 2017 in dienst getreden bij werkgever in de functie van broodbakker, op basis van een arbeidsovereenkomst voor 38 uren per week met een bruto maandsalaris van € 2.637,96. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Bakkersbedrijf (hierna: cao) van toepassing. De cao betreft een minimum-cao. Het dienstverband is geëindigd in januari 2022. Werknemer vordert veroordeling van werkgever tot betaling van een bedrag van € 47.367,77 aan achterstallig loon, alsmede een bedrag van € 5.001,72 voor niet-genoten verlofuren. In de kern gaat het in deze zaak om de vraag of werknemer op basis van de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst recht heeft op betaling van nachttoeslag en niet-genoten verlofuren.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt

Nachttoeslag

Allereerst oordeelt de kantonrechter dat het beroep van werkgever op de klachtplicht (art. 6:89 BW) faalt. Rondom het einde van zijn dienstverband (in januari 2022) heeft werknemer aan CNV Vakmensen gevraagd of de eindafrekening, zijn verlofuren en salaris in overeenstemming waren met zijn arbeidsovereenkomst en de cao-bepalingen. Nadat CNV concludeerde dat de salarisuitkeringen daarmee niet in overeenstemming waren, heeft CNV namens werknemer in april 2022 een loonvordering ingesteld. Daarmee heeft werknemer tijdig na het ontdekken van de achterstallige loonbetaling geklaagd. Dan de inhoudelijke beoordeling van de gevorderde nachttoeslag. Werkgever betwist dat werknemer recht heeft op vergoeding ter zake van nachttoeslag. Daartoe heeft werkgever kort gezegd aangevoerd dat partijen een all-in loon zijn overeengekomen en dat de toeslagen daarin al zijn opgenomen. Naar het oordeel van de kantonrechter is een all-in loon in afwijking van de cao alleen mogelijk als dat loon ten gunste van de werknemer wordt overeengekomen, gelet op het minimumkarakter van de cao. Werknemer heeft gemotiveerd gesteld dat het overeengekomen uurloon van € 15,01 met aanvullende nachttoeslag in overeenstemming is met de cao en dat dit uurloon daarom als all-in loon te laag zou zijn. De kantonrechter volgt werknemer daarin. Werknemer had in ieder geval meer dan tien ervaringsjaren en op grond van de cao daarom recht op het uurloon van € 15,01 te vermeerderen met toeslagen. Het overeengekomen all-in loon zou dan ook lager zijn dan waar werknemer op grond van de cao recht op had. Dit is in strijd met de cao en reeds daarom heeft werknemer recht op nabetaling van de nachttoeslagen. Omdat er over het aantal gewerkte nachturen en het gehanteerde percentage van 34% geen verschil van mening bestaat, is het gevorderde bedrag van € 47.367,77 toewijsbaar.

Niet-genoten verlofuren: nadere akte

Werknemer vordert ook een bedrag van € 5.001,72 aan niet-genoten verlofuren. Bij nadere productie 24 heeft werknemer een gewijzigd overzicht overgelegd van de volgens hem nog openstaande verlofuren. Werknemer heeft zijn eis naar aanleiding van dit nieuwe overzicht niet gewijzigd, hoewel hij tijdens de mondelinge behandeling heeft toegelicht dat daar mogelijk wel aanleiding voor bestaat. Voordat de kantonrechter over dit deel van de vordering en het verweer kan beslissen, moet de omvang van de vordering duidelijk zijn. De kantonrechter zal werknemer daarom in de gelegenheid stellen zijn eis aan te passen overeenkomstig het door hem in productie 24 overgelegde overzicht. Daarna krijgt werkgever de gelegenheid om bij antwoordakte te reageren. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.