Feiten

Werknemer werkt sinds 13 januari 2023 bij Vista, een onderwijsinstelling voor beroepsonderwijs, in de functie Onderwijskundig leider. In augustus 2022 heeft Vista een bericht van de zedenpolitie ontvangen dat tegen werknemer drie aangiftes zijn gedaan wegens grensoverschrijdend gedrag. Twee aangiftes hebben betrekking op voorvallen die zich zouden hebben voorgedaan vóórdat werknemer in dienst was van Vista en één daarna. Bij brief van 25 augustus 2022 schrijft Vista onder meer aan werknemer dat hij zich ziek dient te melden totdat er meer duidelijkheid is over de uitkomsten van het politieonderzoek. De aangiftes hebben geleid tot strafrechtelijke vervolging, waarna werknemer bij vonnis van 4 juli 2023 is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden wegens het plegen van ontucht met drie minderjarigen. Vista verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst op de kortst mogelijke termijn, zonder opzegtermijn en zonder transitievergoeding te ontbinden.

Oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat de arbeidsovereenkomst dient te worden ontbonden op de e-grond. In artikel 161 Rv is bepaald dat een in kracht van gewijsde gegaan, op tegenspraak gewezen vonnis waarbij de Nederlandse strafrechter bewezen heeft verklaard dat iemand een strafbaar feit heeft begaan, dwingend bewijs van dat feit oplevert. In het vonnis van 4 juli 2023 heeft de strafrechter onder meer bewezen verklaard dat werknemer als docent ontucht heeft gepleegd met een 17-jarige en als huiswerkbegeleider ontucht heeft gepleegd met 15-jarigen. Tegen dit vonnis heeft werknemer geen hoger beroep ingesteld, zodat het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan. Werknemer voert in zijn verweerschrift aan dat enig direct bewijs omtrent de ontuchtige handelingen met de leerlinge van Vista in 2018 ontbreekt. Verder betwist hij dat hij destijds seksueel contact met deze leerlinge gehad heeft. Met dit verweer, dat in essentie niet meer is dan een niet-onderbouwde betwisting, heeft werknemer geen (begin van) tegenbewijs geleverd zodat de kantonrechter van oordeel is dat werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan ontucht. De kantonrechter is verder van oordeel dat werknemer door de ontuchtige handelingen met de minderjarige leerlinge in 2018 ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Het is immers zonder meer duidelijk dat een docent die seks heeft met een (minderjarige) leerlinge de toelaatbare grenzen ver overschrijdt. Omdat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden wegens ernstig verwijtbaar gedrag van werknemer, is Vista geen transitievergoeding aan hem verschuldigd. Een uitzondering op deze regel staat in artikel 7:673 lid 8 BW: de kantonrechter kan aan de werknemer de transitievergoeding toch geheel of gedeeltelijk toekennen als het niet toekennen ervan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Van een relatief kleine misstap, waarvoor deze uitzondering mogelijkheden biedt, is hier echter geen sprake.