Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/SHG Apotheken
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 14 september 2023
ECLI:NL:RBDHA:2023:15407
Terecht ontslag op staande voet van werknemer die als apotheker diverse buitenlandse partijen geneesmiddelen aan de voorraad van werkgeefster heeft onttrokken om deze vervolgens te verkopen onder de vlag van zijn eigen onderneming. Inzage bankafschriften.

Feiten

Met ingang van 16 mei 2022 heeft werknemer met SHG Apotheken (hierna: SHG) een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van een jaar gesloten. Op 10 maart 2023 heeft SHG werknemer aangesproken op de berichtgeving dat werknemer tot bestuurslid van het Expertisecentrum Farmaceutische zorg Departement Haaglanden zou worden benoemd. Naar aanleiding van diezelfde berichtgeving heeft SHG werknemer op 13 maart 2023 laten weten dat hij zou worden vrijgesteld van werk. Op 14 maart 2023 heeft tussen partijen een online gesprek plaatsgevonden over een aantal e-mails die door SHG zijn aangetroffen in de zakelijke mailbox van werknemer. In datzelfde gesprek is werknemer door SHG op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief is onder meer opgenomen dat werknemer is ontslagen wegens het verkopen van medicijnen aan derden die niet bekend zijn bij de apotheek. Werknemer heeft vanuit de SHG-mail facturen verstuurd, gericht aan onbekende partijen, waarbij is verzocht het factuurbedrag over te maken op het rekeningnummer van de onderneming van werknemer. Het gaat daarbij om vele tienduizenden euro’s. SHG heeft Hoffman Bedrijfsrecherche ingeschakeld om onderzoek te doen naar de ernst van de vermoedelijke misstanden rond werknemer. Werknemer verzoekt onder meer het ontslag op staande voet te vernietigen met veroordeling van SHG tot betaling van het salaris vanaf 14 maart 2023 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd. Volgens werknemer beschuldigt SHG hem ten onrechte van het verhandelen van geneesmiddelen die hij aan de voorraad van SHG heeft onttrokken en op kosten van SHG heeft ingekocht. SHG verzoekt de kantonrechter om veroordeling van werknemer om binnen 14 dagen na veroordeling aan SHG de bankafschriften van zijn bankrekening te verstrekken over de periode 1 september 2022 tot en met 31 mei 2023. 

Oordeel

Werknemer heeft erkend dat hij de betalingen in verband met verkopen van geneesmiddelen heeft laten overmaken naar de bankrekening van zijn eenmanszaak. De kantonrechter is met SHG van oordeel dat het verkopen van medische goederen die zonder haar toestemming of medeweten via SHG zijn ingekocht, om vervolgens de betalingen op eigen bankrekening te ontvangen, een dringende reden vormt voor het ontslag op staande voet. Het gegeven ontslag houdt stand. Werknemer heeft onrechtmatig gehandeld door zonder toestemming medische goederen via en op kosten van SHG in te kopen en deze voor eigen gewin te verkopen. SHG heeft er terecht op gewezen dat inzage in de bankafschriften van de ontvangende bankrekening van werknemer mogelijk meer duidelijkheid kan verschaffen over de door werknemer gemaakte winst. Werknemer heeft immers erkend dat alle betalingen verband houdende met de verkoop van medische goederen op zijn eigen bankrekening zijn ontvangen en dat hij vanaf deze bankrekening betalingen heeft verricht die verband houden met zijn handelspraktijken. Dit maakt naar het oordeel van  de kantonrechter dat SHG een rechtmatig belang heeft om inzage van de bankschriften van deze bankafrekening over de periode 1 september 2022 tot en met 31 mei 2023 te verlangen. Op deze manier kan de schade op grond van artikel 7:6104 BW worden begroot op het bedrag van die winst of op een gedeelte daarvan.