Feiten

Werkneemster is op 1 september 2019 in dienst getreden bij Villa Attent B.V. (hierna: Villa Attent) in de functie van verzorgende IG. Laatstelijk had werkneemster een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een looptijd van 1 mei 2021 tot en met 4 mei 2022. Op 12 december 2021 heeft werkneemster zich ziek gemeld. Op 15 december 2021 heeft werkneemster de bedrijfsarts bezocht die adviseerde over haar resterende werkcapaciteit. Op 21 december 2021 heeft werkneemster zich volledig ziek gemeld. Op 22 december 2021 heeft Villa Attent een brief aan werkneemster gestuurd waarin ze stelde dat werkneemster haar werk weigerde. Op 3 februari 2022 heeft de bedrijfsarts geoordeeld dat werkneemster nog niet in staat was tot haar normale werk. Op 1 april 2022 heeft Villa Attent schriftelijk het einde van de arbeidsovereenkomst van werkneemster aangezegd, waardoor deze op 4 mei 2022 van rechtswege is geëindigd. Op 23 juni 2022 heeft de deskundige van het UWV geoordeeld dat werkneemster haar eigen werk op 15 december 2021 niet kon verrichten. Werkneemster vordert onder meer de betaling van haar loon.

Oordeel

Vaststaat dat werkneemster zich op 21 december 2021 (volledig) heeft ziekgemeld en zij daarna niet direct een afspraak heeft gehad bij de bedrijfsarts. Dit kwam omdat Villa Attent haar ziekmelding in het licht van het geschil tussen partijen over de vraag of de aangeboden werkzaamheden al dan niet passend waren, gelet op de probleemanalyse van de bedrijfsarts van 15 december 2021, als werkweigering beschouwde. Pas op 3 februari 2022 is werkneemster bij de bedrijfsarts geweest. Het is echter aan de bedrijfsarts en niet aan de werkgever om te beoordelen of een werknemer arbeidsongeschikt is of niet. Villa Attent had werkneemster na de (volledige) ziekmelding op 21 december 2021 opnieuw moeten laten beoordelen door de bedrijfsarts, zeker nu werkneemster bij haar ziekmelding aangaf dat zij de werkzaamheden niet zag zitten vanwege depressieve klachten. Villa Attent heeft echter nagelaten de bedrijfsarts op dat moment in te schakelen. De kantonrechter neemt daarom aan dat werkneemster in de periode tussen 21 december 2021 en 3 februari 2022 daadwerkelijk arbeidsongeschikt was en dat zij daardoor, zolang een bedrijfsarts na een nieuw onderzoek niet anders zou hebben vastgesteld, ook niet in staat was de door Villa Attent in december 2021 aangeboden werkzaamheden te verrichten. Villa Attent heeft daarom op 22 december 2021 de loonstop onterecht opgelegd terwijl zij het loon van werkneemster had moeten doorbetalen. Ook het loon tussen 3 februari 2022 en 15 maart 2022 dient te worden doorbetaald. Hetzelfde geldt voor de periode vanaf 15 maart 2022 tot 4 mei 2022. De kantonrechter oordeelt daarom dat Villa Attent in totaal een bedrag van € 9.236,24 bruto aan werkneemster moet betalen.