Feiten

Werknemer is op 1 november 2022 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, voor de duur van zeven maanden, bij RMC Rotterdam B.V. (‘RMCR’) in dienst getreden in de functie van chauffeur. Werknemer werd ingezet voor leerlingen- en jeugdhulpvervoer. Dit zijn ritten waarbij leerlingen die door een beperking en/of gedragsproblemen niet zelf kunnen reizen, worden vervoerd vanaf het huisadres naar school en/of buitenschoolse opvang en weer terug naar huis. Op 22 februari 2023 heeft werknemer gewerkt. Over de ritten die hij die dag heeft gereden heeft werknemer bij RMCR geen bijzonderheden gemeld. Op 30 maart 2023 heeft werknemer zich bij RMCR ziek gemeld. Op 30 maart 2023 heeft ABC Taxikeurmerk Advies & Training een melding ontvangen van een taxichauffeur over een incident. Deze chauffeur zag op 22 februari 2023 om 8.15 uur dat twee kinderen uit het raam van een taxi hingen. Van de situatie is door deze chauffeur een foto gemaakt. ABC Taxikeurmerk Advies & Training heeft de melding diezelfde dag doorgestuurd aan RMCR. RMCR heeft met de gegevens van de Boordcomputer Taxi vastgesteld dat werknemer op 22 februari 2023 om 8.15 uur de bestuurder van de taxi was. De leidinggevende van werknemer heeft werknemer op 31 maart 2023 gebeld met het verzoek om naar kantoor te komen voor een gesprek. Omdat werknemer aangaf dat dit niet mogelijk was, heeft het gesprek die dag bij werknemer thuis plaatsgevonden. Tijdens het gesprek is met werknemer over het incident gesproken. RMCR heeft hem medegedeeld dat hij in verband met het incident op staande voet werd ontslagen. RMCR heeft het ontslag per brief van 31 maart 2023 aan werknemer bevestigd. Werknemer verzoekt in deze procedure onder meer de door RMCR op 31 maart 2023 gegeven opzegging te vernietigen.

Oordeel

Uitgangspunt is dat de in de ontslagbrief vermelde redenen maatgevend zijn voor de beoordeling van de vraag of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. De ontslagbrief van 31 maart 2023 fixeert de reden voor het ontslag op staande voet. Uit deze brief volgt dat de dringende reden gelegen is in het incident dat op 22 februari 2023 heeft plaatsgevonden. RMCR verwijt werknemer dat hij extreme risico’s in het verkeer heeft genomen, waardoor twee kinderen uit de achterramen van de taxi hebben gehangen, dat hij niet in staat is de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de klanten te dragen en tot slot dat werknemer het incident niet zelf bij zijn leidinggevende heeft gemeld. Naar het oordeel van de kantonrechter leveren voornoemde gedragingen een dringende reden op voor ontslag op staande voet. De kantonrechter overweegt daartoe het volgende. Werknemer was in dienst als chauffeur leerlingen- en jeugdhulpvervoer. Daarbij was het zijn taak om kinderen met een beperking en/of gedragsproblemen van en naar school te vervoeren. Gelet op deze doelgroep rust op werknemer als professioneel chauffeur een extra zorgplicht om de kinderen die aan hem zijn toevertrouwd goed in de gaten te houden en alert te zijn. Vast staat dat twee kinderen die door werknemer werden vervoerd uit het raam van de taxi hebben gehangen. Dat het incident, zoals werknemer heeft aangevoerd, in een splitsecond heeft plaatsgevonden, acht de kantonrechter onaannemelijk. Alvorens in de positie te komen zoals op de foto is te zien, hebben de kinderen allereerst beide ramen moeten openen en zich uit een zittende positie moeten oprichten om vervolgens uit het raam te kunnen gaan hangen. Dit heeft enige tijd in beslag genomen. De kantonrechter acht het voorts onaannemelijk dat werknemer niet (tijdig) heeft kunnen stoppen en/of afslaan, omdat op de foto’s die RMCR in het geding heeft gebracht is te zien dat werknemer de mogelijkheid had om een afslag te nemen. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het ontslag op staande voet door RMCR rechtsgeldig is gegeven.