Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Meerderweert/werknemer
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 27 november 2023
ECLI:NL:RBLIM:2023:6916
Verzoek ontbinding op b-grond toegewezen na weigering ontslagvergunning door UWV. Uitleg cao-bepaling.

Feiten

Werknemer is op 1 augustus 2019, voor onbepaalde tijd, bij Stichting Meerderweert (hierna: Meerderweert) in dienst getreden als leraarOp de arbeidsovereenkomst is de Cao Primair Onderwijs (Cao PO) van toepassing. Werknemer is sinds 8 februari 2021 arbeidsongeschikt. In verband met het bereiken van het einde van de wachttijd in het kader van de WIA, heeft werknemer op 9 november 2022 een WIA-aanvraag ingediend bij het UWV. Het UWV heeft bij beschikking van 2 januari 2023 geoordeeld dat werknemer voor 30,03% arbeidsongeschikt is en heeft derhalve (omdat werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt is) de aanvraag om toekenning van een WIA-uitkering afgewezen. Werknemer heeft bij het UWV bezwaar gemaakt tegen de WIA-beschikking. Het UWV heeft in zijn beslissing op bezwaar van 8 juni 2023 dit bezwaar ongegrond verklaard. Meerderweert heeft op 27 juni 2023 een ontslagvergunning aangevraagd bij het UWV wegens langdurige arbeidsongeschiktheid van werknemer. Bij beslissing van 5 juli 2023 heeft het UWV de gevraagde ontslagvergunning geweigerd. Meerderweert verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden op de b-grond.

Oordeel

Tussen partijen staat vast dat werknemer vanwege zijn gezondheidsproblemen niet meer in staat is om zijn eigen functie van leraar uit te oefenen. De eigen functie is niet passend te maken en er zijn binnen de organisatie van Meerderweert geen passende andere mogelijkheden aanwezigPartijen zijn het er verder over eens dat niet te verwachten valt dat werknemer binnen 26 weken zal herstellen voor het verrichten van de bedongen arbeid en evenmin dat hij binnen 26 weken zijn werk in aangepaste vorm zal kunnen verrichtenVast staat ten slotte dat werknemer langer dan 104 weken arbeidsongeschikt is, zodat de termijn van loondoorbetaling bij ziekte voorbij is. De kantonrechter komt op grond van het vorenstaande tot de conclusie dat sprake is van een voldragen b-grond. Van Meerderweert kan in redelijkheid niet worden gevergd dat zij de arbeidsovereenkomst met werknemer laat voortduren. Vervolgens dient het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst echter ook nog te worden getoetst aan artikel 3.7 van de Cao PO. De kantonrechter stelt vast dat het ontbreken van een zwaarwegend dienstbelang het UWV ertoe heeft gebracht om de ontslagvergunning te weigeren. Het UWV heeft in de beslissing van 5 juli 2023 immers geoordeeld dat in artikel 3.7 lid 2 Cao PO is bepaald dat er sprake moet zijn van ernstige financiële problemen voor de werkgever wil sprake zijn van een zwaarwegend dienstbelang, en dat Meerderweert dat niet aannemelijk heeft gemaakt. De kantonrechter is van oordeel dat uit de tekst van genoemde cao-bepaling en de onderliggende ZAPO-regeling (Regeling ziekte en arbeidsongeschiktheid primair onderwijs), kijkend naar de bewoordingen van de bepaling en de gehele tekst van de cao en de ZAPO-regeling, blijkt dat deze zijn geschreven voor de situatie waarin iemand die minder dan 35% arbeidsongeschikt is verklaard door het UWV, eventueel wel nog werkzaamheden in een andere functie voor zijn werkgever kan verrichten. Artikel 3.7 lid 2 Cao PO is dus niet geschreven voor de situatie die in het geval van werknemer aan de orde is. Tussen partijen staat immers vast dat werknemer helemaal geen werkzaamheden meer voor Meerderweert kan verrichten: niet in zijn eigen functie en ook niet in een andere functie binnen de organisatie van Meerderweert. Gelet hierop kan op basis van die bepaling niet worden geconcludeerd dat Meerderweert een zwaarwegend dienstbelang moet hebben, wil zij de arbeidsovereenkomst met werknemer kunnen ontbinden. De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek van Meerderweert toewijst. Meerderweert moet een transitievergoeding van € 4.739,68 bruto betalen.