Rechtspraak
Feiten
Werknemer is op grond van een arbeidsovereenkomst vanaf 1 april 2000 in dienst bij (de rechtsvoorganger van) een garagebedrijf dat zich toelegt op het onderhoud en de reparatie van auto’s, laatstelijk in de functie van bedrijfsleider, voor onbepaalde tijd en op fulltimebasis tegen een brutomaandsalaris van € 3.551,60. Op 13 augustus 2023 krijgt werknemer via Whatsapp te horen dat hij de volgende dag niet meer hoeft te komen, waarop werknemer reageert met de vraag of werkgeefster dit serieus bedoelt. Via via verneemt werknemer dat er geld wordt gemist. Op 26 augustus 2023 vindt er tussen partijen een gesprek plaats. Zij slagen er niet in overeenstemming te bereiken over een beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Begin oktober bericht de gemachtigde van werknemer dat (a) een drietal werknemer toegedichte verwijten op een misverstand berusten (b) werknemer protesteert tegen de op non-actiefstelling en (c) hij beschikbaar is voor het verrichten van zijn werkzaamheden. Na een sommatie vordert werknemer wedertewerkstelling en (achterstallig) loon. Werkgeefster stelt zich op het standpunt dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Wat werkgeefster werknemer precies verwijt, is in antwoord op vragen van de kantonrechter ter zitting niet duidelijk geworden. Daar komt bij dat werkgeefster ter zitting ook heeft aangegeven dat zij in het gesprek op 26 augustus 2023 met werknemer niet alles heeft gezegd en niet het achterste van haar tong heeft laten zien. Maar wat er dan nog meer is, is ook niet duidelijk geworden ter zitting. Het aanbod ter zitting om de meegenomen bewijsstukken over te leggen is te laat. Daarom kan niet worden vastgesteld wat precies de grond is om werknemer de mogelijkheid tot het verrichten van de bedongen arbeid te onthouden, laat staat dat kan worden beoordeeld of sprake is van een redelijke grond. Wel is duidelijk geworden dat de verstandhouding tussen partijen uiterst moeizaam is en er lijkt veel onuitgesproken, maar dat is niet (automatisch) een gegronde reden. Dit leidt tot de conclusie dat de vordering van werknemer tot wedertewerkstelling toewijsbaar is. Omdat de verstandhouding tussen partijen dermate moeizaam is, heeft de kantonrechter een ruimere termijn voor de wedertewerkstelling bepaald zodat de verstandhouding tussen partijen eerst enigszins kan worden genormaliseerd door partijen met elkaar in gesprek te laten gaan. De loonvordering wordt toegewezen omdat blijkt dat werknemer zich beschikbaar heeft gehouden voor het verrichten van zijn werkzaamheden.