Naar boven ↑

Rechtspraak

Aegon Nederland N.V./werkneemster
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 9 januari 2024
ECLI:NL:GHDHA:2024:4
Arbeidsongeval door val van trap in kantoorgebouw. Onvoldoende bewijs geleverd in hoger beroep dat sprake was van een veilige situatie.

Feiten

Aegon Nederland N.V. (hierna: Aegon) is toegelaten tot het leveren van (aanvullend) bewijs van feiten en omstandigheden waaruit kan volgen dat zij alle veiligheidsmaatregelen heeft getroffen die redelijkerwijs van haar konden worden gevergd om ongelukken als dat van werkneemster te voorkomen, en van feiten en omstandigheden waaruit kan volgen dat ten tijde van het voorval op 3 oktober 2017 sprake was van een veilige situatie in het trappenhuis waar werkneemster is gevallen. Diverse collega’s van werkneemster zijn als getuigen gehoord. 

Oordeel 

Het hof is van oordeel dat Aegon het haar opgedragen bewijs niet heeft geleverd. Hetgeen Aegon heeft gesteld over de schoonmaak en het onderhoud van het trappenhuis is te algemeen. Uit de verklaring van een van de collega’s van werkneemster kan niet worden afgeleid dat sprake was van een stelselmatige controle en/of onderhoud van de trappenhuizen, anders dan het periodieke onderhoud waarbij het tapijt geheel werd vervangen, hetgeen naar zijn aard niet zeer geregeld plaatsvindt. Uit een verklaring van een andere collega volgt ook dat het voorkwam dat er in trappenhuizen situaties waren als ontbrekende rubbertips en trapleuningen die speling vertoonden. Niet is komen vast te staan dat Aegon alles heeft gedaan wat redelijkerwijs van haar kon worden gevergd om ongelukken als het onderhavige te voorkomen. Ook is niet komen vast te staan dat op de dag van het voorval zelf alles in orde was in het trappenhuis waar het voorval plaatsvond. Twee collega’s hebben weliswaar verklaard dat hun de dag van het ongeval niets vreemds is opgevallen, maar die verklaringen acht het hof niet voldoende overtuigend. Hun verklaringen zijn geruime tijd na het voorval afgelegd en verschillen op tal van onderdelen met elkaar. Dat zij niets bijzonders in het trappenhuis hebben gezien, hoeft niet doorslaggevend te zijn. Het voorgaande maakt dat Aegon het bewijs niet heeft geleverd. Dit betekent dat het hof het vonnis van de kantonrechter van 17 juni 2021 zal bekrachtigen.