Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 20 november 2023
ECLI:NL:RBLIM:2023:6783
Feiten
Werkneemster is op 1 oktober 2020 (bij de rechtsvoorganger van) Trans-Conti Trading & Logistics B.V. (hierna: Trans-Conti) Trading voor 20 uur per week in dienst getreden. Met ingang van 1 april 2023 vervult zij de functie van managementassistente en wordt haar salaris aangepast conform een pro-formaberekening. Op de loonstroken van mei tot en met augustus is steeds een brutoloon van € 1.899,13 per maand (uitgaande van een 23-urige werkweek) vermeld. De Cao voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen (hierna: de cao) is van toepassing. De bepalingen in deze cao hebben een standaardkarakter, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. Vanaf 30 mei 2023 is werkneemster ziek gemeld. Over de maand augustus 2023 ontvangt zij aan salaris € 1.592,22 netto en op 1 november 2023 ontvangt zij tweemaal een bedrag van € 1.200 aan salaris betreffende de maanden september en oktober. Werkneemster vordert achterstallig loon en om Trans-Conti Trading te veroordelen tot het doen van aanmelding als deelnemer van het pensioenfonds. Trans-Conti Trading voert aan dat op de arbeidsverhouding een standaard-cao van toepassing is, op grond waarvan alle afspraken in de arbeidsovereenkomst die daarvan afwijken, nietig zijn en dus in rechte niet kunnen worden afgedwongen. In voorwaardelijke reconventie vordert Trans-Conti Trading voor het geval enig deel van de vorderingen van werkneemster wordt toegewezen, verrekening ter zake van onverschuldigd betaalde loonbedragen ad € 4.109,98 met hetgeen Trans-Conti Trading op grond van dit vonnis aan werkneemster dient te betalen.
Oordeel
In de kern twisten partijen over de vraag wat de hoogte van het salaris van werkneemster per maand dient te zijn. De kantonrechter overweegt dat werkneemster niet heeft betwist dat sprake is van een standaard-cao, maar zij voert wel aan dat Trans-Conti Trading heeft nagelaten de benodigde stappen te nemen die nodig zijn om te komen tot een functieomschrijving op grond van de door haar verrichte werkzaamheden, aan de hand daarvan de functie op basis van de cao in te schalen en in overleg met elkaar te treden. Trans-Conti Trading erkent dat functiewaardering en inschaling op grond van de cao nog niet heeft plaatsgevonden. De kantonrechter is van oordeel dat partijen gemotiveerde, ver uiteenlopende stellingen hebben ingenomen over de vraag wat de hoogte van het op grond van de cao verschuldigde salaris van werkneemster dient te zijn. De beoordeling van die vraag verlangt enerzijds een vaststelling van een rechtstoestand, namelijk of wel of niet sprake is van nietige afspraken. Een zodanige vaststelling is declaratoir van aard en daarvoor leent deze kortgedingprocedure zich niet. Anderzijds is op grond van de discussie van partijen over de omvang van de werkzaamheden en de daarmee samenhangende functieomschrijving en inschaling van werkneemster conform de bepalingen van de cao, wegens gebrek aan ruimte voor (nadere) bewijslevering in kort geding geen plaats. Wel acht de kantonrechter het aannemelijk dat de bodemrechter, op grond van de functieomschrijvingen en de bijbehorende salarissen in de cao zal oordelen dat een salarisafspraak van € 1.899,13 bruto per maand, waar werkneemster van uitgaat, nietig is wegens strijdigheid met die cao. Dat betekent dat thans niet met hoge mate van waarschijnlijkheid kan worden vastgesteld dat Trans-Conti Trading te weinig salaris aan werkneemster heeft betaald. Omdat werkneemster heeft nagelaten de spoedeisendheid te onderbouwen van de aanmelding en instandhouding van de pensioenregeling bij het Pensioenfonds Vervoer en afdracht van de ingehouden en verschuldigde pensioenpremies, worden deze vorderingen afgewezen.