Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 5 januari 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:28
Transitievergoeding na start procedure alsnog betaald. Alleen beslissing over wettelijke rente en proceskosten. Geen verweer. Verzoeken toegewezen.

Feiten

Werknemer werkte van 1 februari 2023 tot en met 31 juli 2023 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor Leenheer B.V. Leenheer heeft deze arbeidsovereenkomst niet verlengd. Zij heeft na afloop van het contract, ondanks verzoeken van werknemer, in eerste instantie de transitievergoeding niet betaald. Werknemer is daarom deze procedure gestart. Hij verzocht om Leenheer te veroordelen om aan hem de transitievergoeding van € 714,05, met rente, en de kosten van deze procedure te betalen. Na indiening van het verzoekschrift heeft Leenheer de transitievergoeding alsnog betaald op 16 november 2023. Werknemer verzoekt daarom nu alleen nog Leenheer te veroordelen om de rente en de proceskosten te betalen. Leenheer is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.

Oordeel

Leenheer heeft geen verweer gevoerd. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat de stellingen van werknemer juist zijn. Leenheer had de transitievergoeding uiterlijk op 31 augustus 2023 moeten betalen (art. 7:686a lid 1 BW), maar zij heeft pas op 16 november 2023 betaald. Zij moet daarom de wettelijke rente over de transitievergoeding betalen vanaf 1 september 2023 tot 16 november 2023 (art. 6:119 BW). Leenheer geldt daarmee als de in het ongelijk gestelde partij en moet daarom de proceskosten betalen.