Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 23 mei 2023
ECLI:NL:GHDHA:2023:1185
Feiten
Like Meat produceert in een industrieel proces veganistische vleesvervangers op basis van soja- of erwtenproteïne. VLEP is een (bedrijfstak)pensioenfonds in de zin van de Pensioenwet. De deelneming in VLEP is verplicht gesteld op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (hierna: WBPF). VLEP heeft in 2016 de activiteiten van Like Meat getoetst aan de werkingssfeer van het (eerdere) Verplichtstellingsbesluit. In een brief van 18 maart 2018 schrijft VLEP dat zij Like Meat niet heeft geregistreerd. Bij brief van 7 oktober 2021 heeft VLEP aangegeven dat in 2021 het werkingssfeeronderzoek is afgerond en Like Meat valt onder de verplichtstelling van VLEP. VLEP heeft besloten om Like Meat met ingang van 1 januari 2018 te laten aansluiten. Tussen 2016 en 2021 zijn de activiteiten en de productieprocessen van Like Meat niet gewijzigd. Like Meat heeft in eerste aanleg verzocht te verklaren voor recht dat Like Meat niet onder de werkingssfeer valt. Het verzoek is toegewezen. VLEP heeft hoger beroep ingesteld.
Oordeel
De werkingssfeerbepaling moet worden uitgelegd aan de hand van de cao-norm. Het hof overweegt dat uit de bewoordingen van het Verplichtstellingsbesluit niet blijkt dat onder “gemaksvoeding” alleen producten worden verstaan die vlees bevatten. Het Verplichtstellingsbesluit stelt in zijn algemeenheid geen eisen aan de ingrediënten van de producten die in het besluit zijn aangeduid als gemaksvoeding. Voor de vraag of een product moet worden aangemerkt als gehaktbal, frikandel of hamburger – en daarmee als gemaksvoeding – is naar het oordeel van het hof van belang wat de gemiddelde burger hieronder naar huidig Nederlands taalgebruik verstaat. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat in de afgelopen decennia de productie van vleesvervangende producten sterk is toegenomen en ontwikkeld. Het hof oordeelt dat de gemiddelde burger onder gehaktballetjes, frikandellen en hamburgers thans niet meer alleen de vleeshoudende producten verstaat, maar tevens de vegetarische/veganistische variant ervan. Het hof is dan ook van oordeel dat ook de veganistische producten van Like Meat door de gemiddelde burger naar huidig Nederlands taalgebruik worden beschouwd als gehaktballetjes, frikandellen en hamburgers, en daarmee als gemaksvoeding, zoals genoemd in het Verplichtstellingsbesluit. De beschikking van de kantonrechter wordt vernietigd. Daarmee komt het hof in het kader van de devolutieve werking op het subsidiaire verzoek van Like Meat, inhoudende dat voor recht wordt verklaard dat VLEP haar recht heeft verwerkt om terug te komen van haar brief van 18 maart 2016 en om Like Meat alsnog te verplichten zich bij VLEP aan te sluiten. Dit verzoek wordt afgewezen. VLEP is in haar besluit van 7 oktober 2021 teruggekomen van haar eerdere, achteraf bezien onjuiste, uitleg van het Verplichtstellingsbesluit die ten grondslag had gelegen aan haar brief van 18 maart 2016. Zij heeft Like Meat daarbij aangeboden dat Like Meat voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2021 vrijstelling kon krijgen van de aansluitplicht bij VLEP, als Like Meat zou aantonen dat haar eigen pensioenregeling bij ASR gelijkwaardig was aan de pensioenregeling bij VLEP. VLEP heeft naar het oordeel van het hof in het licht van deze feiten en omstandigheden niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar gehandeld door in haar besluit van 7 oktober 2021 terug te komen van haar brief van 18 maart 2016.