Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgeefster
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Bergen op Zoom), 3 januari 2024
ECLI:NL:RBZWB:2024:68
Aanspraak op uitbetaling van meerwerk en verlofuren. Niet is gebleken dat werkgever opdracht heeft gegeven voor meerwerk. Vorderingen afgewezen.

Feiten

Werkneemster is in 2021 in dienst getreden bij Autostrada B.V. In 2022 is de arbeidsovereenkomst geëindigd. Uit de overeenkomst blijkt dat partijen een arbeidsomvang zijn overeengekomen van 10 uur per week / 40 uur per maand. Per brief van 17 januari 2022 heeft Autostrada aan werkneemster het volgende medegedeeld: “Bij deze wil ik jou laten weten en bevestigen dat jouw arbeidsovereenkomst welke afloopt op [datum 2] 2022 niet zal worden verlengd. Per 31 januari wil ik je vrij stellen van de werkzaamheden en verreken daarmee direct de openstaande uren.” Vervolgens heeft werkneemster bij e-mail van 11 februari 2022 aanspraak gemaakt op uitbetaling van meeruren. Autostrada heeft dit afgewezen en verwezen naar haar verrekening zoals genoemd in de brief van 17 januari 2022. Werkneemster vordert – samengevat en na vermindering van eis – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Autostrada te veroordelen tot betaling van in totaal € 1.315,23 bruto aan meeruren, verlofuren en verlofuren over de meeruren. Autostrada voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van werkneemster.

Oordeel

Partijen verschillen van mening over de vraag of werkneemster in opdracht van Autostrada meeruren heeft gewerkt en of zij aanspraak kan maken op uitbetaling van verlofuren. Volgens werkneemster is zij vanaf oktober 2021 meer uren gaan werken en heeft zij meermaals bij Autostrada aangegeven dat zij het werk niet in de overeengekomen 10 uur per week af kreeg. Het is echter niet gebleken dat werkneemster eerder dan 7 januari 2022 per e-mail een overzicht van een verschil in gewerkte en uitbetaalde uren aan Autostrada heeft toegezonden, overigens zonder daarbij toen een nadere toelichting te verstrekken. Ook acht de kantonrechter het opvallend dat werkneemster, hoewel zij zich hierover naar eigen zeggen meermaals bij Autostrada heeft beklaagd, meer uren is blijven werken hoewel zij kennelijk wist dat zij deze niet uitbetaald kreeg. Hoewel werkneemster ter zitting heeft aangegeven dat zij het werk niet wilde laten liggen, komen gewerkte uren boven de overeengekomen 10 uur per week, zonder uitdrukkelijke opdracht van Autostrada, voor eigen rekening. Het vorenstaande houdt in dat de vordering van werkneemster voor uitbetaling van meeruren en de verlofuren over die meeruren niet toewijsbaar is, nu niet is vast komen te staan dat Autostrada opdracht heeft gegeven voor meerwerk. Ook de vordering inzake de verlofuren wordt afgewezen, nu werkneemster in haar reactie op 15 februari 2022 reeds heeft ingestemd met het verrekenen daarvan.