Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 10 oktober 2023
ECLI:NL:RBGEL:2023:7221
Feiten
Werkneemster is op 23 januari 2023 voor bepaalde tijd (twaalf maanden) in dienst getreden van QSR EAT FRESH (hierna: Subway) in de functie van eerste medewerker Fastservice tegen een bruto-uurloon van € 12,46 exclusief vakantietoeslag. Op 30 mei 2023 heeft een klant haar tasje laten liggen bij Subway. Nadat zij daarover heeft gebeld, is op camerabeelden te zien dat werkneemster het tasje meermaals heeft verplaatst. Het tasje is vervolgens verdwenen. Op 31 mei 2023 heeft werkneemster zich ziek gemeld wegens buikklachten. Op 9 juni 2023 bericht werkneemster Subway dat zij is teruggevallen in haar verslaving en een stap terug moet doen. Zij dient daarom haar ontslag in. In reactie daarop heeft Subway bericht dat zij even niet weet hoe om te gaan met het ontslag, maar dat zij het wel graag nog even had willen hebben over het verdwenen tasje nu de camerabeelden duidelijk laten zien dat werkneemster daarbij betrokken is. Werkneemster schrijft daarna dat zij graag zelf in contact zou willen komen met de mevrouw in kwestie. Subway gaat daar niet in mee. De politie heeft op 10 juni 2023 van Subway de camerabeelden gevorderd. Deze heeft Subway verstrekt. Vervolgens is over en weer gecorrespondeerd over het verdwenen tasje en het ontslag. Subway merkt in haar e-mails ook nog iets op over het niet voldoen aan de opzegtermijn en een onderzoek naar de kasverschillen van afgelopen periode. Verder deelt zij mede dat de betaling van het loon van werkneemster voorlopig wordt opgeschort. Werkneemster heeft vervolgens meermaals verzocht om uitbetaling van haar loon. Subway geeft daarop aan dat de gefixeerde schadevergoeding zal worden verrekend met de openstaande posten (loon en niet-genoten vakantiedagen) op de eindafrekening en dat als Subway aansprakelijk wordt gesteld voor de verdwenen tas, zij de schade zal verhalen op werkneemster. In haar laatste e-mail schrijft Subway dat zij inmiddels een loonspecificatie beschikbaar heeft waaruit volgt dat werkneemster nog een bedrag van € 1.727,40 netto aan Subway is verschuldigd. Subway verzoekt onder meer betaling van voornoemd bedrag.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkneemster is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen en heeft geen verweer gevoerd. Artikel 11 van de arbeidsovereenkomst bepaalt dat de wettelijke opzegtermijn van toepassing is en dat tegen het einde van de maand moet worden opgezegd. Werkneemster kon dus pas tegen 31 juli 2023 regelmatig opzeggen. Werkneemster heeft niet betwist dat zij de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd en ook heeft bedoeld op te zeggen. Verder zijn haar e-mails niet anders uit te leggen dan een opzegging met onmiddellijke ingang. Dat betekent dat onregelmatig is opgezegd. Op 9 juni 2023 is werkneemster gewezen op de gevolgen van het ontslag. Dat werkneemster nooit heeft gezegd dat zij niet aan haar opzegtermijn wilde voldoen kan haar niet baten. Het is immers aan haar de opzegtermijn in acht te nemen. Tegen de achtergrond dat werkneemster, nadat Subway haar heeft geconfronteerd met camerabeelden waarop zij meermaals is te zien met het verdwenen tasje, zich ziek heeft gemeld en vervolgens de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang heeft opgezegd, komt de vordering van Subway om werkneemster te veroordelen tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding wegens het niet in acht nemen van de opzegtermijn niet onrechtmatig of ongegrond voor. Werkneemster was aan Subway daarom € 2.348,56 bruto aan gefixeerde schadevergoeding verschuldigd. Na verrekening met de openstaande bedragen op de eindafrekening, hetgeen is toegestaan, resteert een bedrag van € 1.727,40 netto dat werkneemster aan Subway moet betalen. De vorderingen worden toegewezen.