Feiten

Werknemer is in 2014 in dienst getreden bij Edison Express B.V. De laatste functie die werknemer vervulde, is die van koerier. Op de arbeidsovereenkomst is de Cao Beroepsgoederenvervoer over de weg en verhuur van mobiele kranen (hierna: de cao) van toepassing. In de cao is opgenomen dat de werknemer in beginsel ieder jaar een salarisverhoging wordt toegekend gelijk aan één loontrede van de loonschaal waarin hij is ingedeeld, tot hij het maximum van de loonschaal heeft bereikt. Indien de werkgever aan kan tonen dat sprake is van onvoldoende uitvoering van de werkzaamheden en op grond daarvan geen tredeverhoging wenst toe te kennen, dient hij – op grond van de cao – hiervan schriftelijk onder opgave van redenen mededeling te doen aan de werknemer, uiterlijk één maand voordat de tredeverhoging zou ingaan. De arbeidsovereenkomst is in verband met 104 weken arbeidsongeschiktheid van werknemer per 15 mei 2023 met wederzijds goedvinden beëindigd. In de vaststellingsovereenkomst is opgenomen dat (onder andere) vorderingen ten aanzien van de cao-inschaling, achterstallig loon, niet-genoten vakantiedagen, vakantietoeslag en de hoogte van de transitievergoeding geen onderdeel uitmaken van de vaststellingsovereenkomst en niet vallen onder de finale kwijting. Werknemer verzoekt Edison Express te veroordelen tot betaling van een resterende transitievergoeding, achterstallig salaris en niet-genoten vakantiedagen. Aan dit verzoek legt werknemer kort gezegd ten grondslag dat Edison Express te weinig transitievergoeding heeft uitbetaald. Edison Express heeft werknemer vanaf 1 maart 2018 verkeerd ingeschaald en te weinig salaris aan hem uitbetaald. Werknemer heeft vanaf het moment dat hij arbeidsongeschikt is geen vakantiedagen opgenomen en maakt daarom aanspraak op uitbetaling van die dagen.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt.

Achterstallig loon

Edison Express betwist de verschuldigdheid van achterstallig loon gedeeltelijk. Op 29 september 2023 heeft werknemer een bedrag van € 1.664,08 van Edison Express ontvangen aan ‘Nabetaling salaris 2018 + 2019’. Edison Express voert aan dat zij de door werknemer verzochte bedragen voor 2018 en 2019 daarmee heeft uitbetaald. Werknemer heeft dit niet weersproken. Omdat uit de specificatie van de betaling blijkt dat het vakantiegeld over het achterstallig loon ook is betaald, wordt het verzoek van werknemer ten aanzien van 2018 en 2019 afgewezen. Werknemer stelt verder dat Edison Express hem vanaf 2020 had moeten inschalen in functieloonschaal C6. Edison Express betwist dat werknemer aanspraak kan maken op salaris gebaseerd op schaal C6, omdat geen sprake was van een normale uitvoering van de werkzaamheden zoals bedoeld in de cao en zij hem de tredeverhoging op die grond niet heeft toegekend. Edison Express heeft echter niets aan werknemer medegedeeld over (het al dan niet toekennen van) tredeverhogingen, hetgeen op grond van de cao wel had gemoeten, zodat werknemer naar het oordeel van de kantonrechter alleen daarom al aanspraak kan maken op de tredeverhoging van C5 naar C6 vanaf 2020. Dit komt neer op een bedrag van € 6.348,49 aan achterstallig loon over de jaren 2020 tot en met 2023. De wettelijke verhoging wordt gematigd tot 20%.

Transitievergoeding

Partijen verschillen van mening over de arbeidsduur per week (als onderdeel van de berekening van de hoogte van de transitievergoeding). Volgens werknemer bedraagt deze 34 uur per week; Edison stelt dat de arbeidsduur van 147 uur per maand uitkomt op 33,9 uur per week. De kantonrechter overweegt dat het geschil er in feite om gaat of de arbeidsduur per week moet worden afgerond op een getal zonder decimalen. Werknemer heeft ter zitting verklaard dat dit een verschil van € 23,27 bruto oplevert en heeft zich desgevraagd gerefereerd aan het oordeel van de kantonrechter. De kantonrechter oordeelt dat werknemer hiermee de betwisting van Edison Express onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken. In verband met deze referte en de verder niet betwiste berekening van de transitievergoeding van werknemer, wijst de kantonrechter een bedrag van € 1.109,02 bruto toe aan resterende transitievergoeding (€ 1.132,29 min € 23,27). 

Niet-genoten vakantiedagen

Naar het oordeel van de kantonrechter kan uit het door Edison Express overlegde overzicht en de overige stukken, zoals e-mails en whatsappberichten, niet worden afgeleid dat werknemer heeft ingestemd met het laten gelden van ziektedagen als vakantiedagen. Een verzoek van werknemer om vakantie of verlof ondanks ziekte betekent namelijk niet dat ook bedoeld is om instemming te geven aan het laten gelden van ziektedagen als vakantiedagen. Verder faalt het beroep van Edison Express op verval van de wettelijke vakantiedagen over 2021 en 2022. Edison Express heeft namelijk niet aangevoerd op welke wijze zij werknemer daadwerkelijk in staat heeft gesteld die vakantiedagen op te nemen en hem zo nodig ertoe heeft aangezet dat te doen. Ook heeft zij niet gesteld of onderbouwd dat zij hem over het opnemen en over de gevolgen van het niet opnemen heeft geïnformeerd. Edison Express wordt veroordeeld een bedrag van € 5.809,28 bruto aan werknemer te voldoen.