Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 26 februari 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:1356
Feiten
Werknemer heeft tot 1 maart 2022 als accountmanager sales bij Brandwacht Huren B.V. (hierna: Brandwacht) gewerkt. Partijen hebben afgesproken dat werknemer in het daaropvolgende jaar gebonden bleef aan het afgesproken concurrentiebeding. Na zijn dienstbetrekking bij Brandwacht is werknemer in dienst getreden bij Normwaard, een aan bedrijf X gelieerde onderneming. Bedrijf X is een concurrent van Brandwacht. Brandwacht heeft een e-mail van 23 januari 2023 onder ogen gekregen waaruit blijkt dat werknemer ook voor bedrijf X werkte en het concurrentiebeding dus heeft overtreden. Brandwacht eist daarom een boete van € 56.000 omdat werknemer in ieder geval van 23 januari tot 1 maart 2023 het concurrentiebeding heeft overtreden. Daarnaast vordert Brandwacht in haar incidentele eis dat werknemer wordt veroordeeld om gegevens aan Brandwacht af te geven, vanwege haar vermoeden dat het concurrentiebeding al eerder is geschonden.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt.
Schending concurrentiebeding
De kantonrechter oordeelt dat werknemer het concurrentiebeding op 23 januari heeft overtreden. Daarbij is relevant dat niet ter discussie staat dat bedrijf X een concurrent is van Brandwacht. Volgens het concurrentiebeding mocht werknemer niet direct of indirect werkzaam zijn of op een andere wijze betrokken zijn bij bedrijf X. De e-mail van 23 januari 2023 over het leveren van brandweergerelateerd materiaal geeft alle reden om aan te nemen dat werknemer het beding heeft overtreden. Werknemer heeft in de e-mail een persoonlijk e-mailadres inclusief digitale handtekening van bedrijf X gebruikt, wat de indruk wekt dat werknemer namens bedrijf X heeft gecommuniceerd. Werknemer heeft tegenstrijdige verklaringen afgelegd over waarom hij het domein van bedrijf X heeft gebruikt. Bovendien volgt uit de e-mail dat werknemer contact tot stand heeft gebracht tussen bedrijf X en een ander bedrijf. De bijgevoegde offerte heeft werknemer gepresenteerd als ‘onze prijscalculatie’. Werknemer heeft geen deugdelijke, bevredigende verklaringen afgelegd en daarmee de stelling van Brandweer dat hij gezien de e-mail van 23 januari 2023 het concurrentiebeding heeft overtreden onvoldoende betwist. De e-mail levert een aanwijzing op voor het vermoeden van Brandwacht dat werknemer ook van 24 januari tot en met 28 februari 2023 het concurrentiebeding heeft overtreden, mede nu werknemer per 1 maart 2023 formeel in dienst is getreden bij bedrijf X. De kantonrechter gaat daar voorlopig ook van uit en stelt werknemer in het tussenvonnis, alvorens te beslissen, in de gelegenheid tegenbewijs te leveren.
Afwijzing eis in het incident
In het incident heeft Brandwacht geëist dat werknemer wordt veroordeeld verschillende bestanden en data af te geven. De kantonrechter oordeelt dat hier sprake is van een fishing expedition, en wijst de eis af. Brandwacht heeft haar vermoeden dat in de opgevraagde gegevens informatie te vinden zou zijn waaruit een eerdere schending van het concurrentiebeding zou blijken niet geconcretiseerd en heeft daarom geen rechtmatig belang bij haar eis. Brandwacht dient de proceskosten van het incident te betalen nu zij ongelijk krijgt.