Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 28 februari 2024
ECLI:NL:RBNHO:2024:2266
Feiten
Haris Financial NL B.V. (hierna: Haris) is een beleggingsonderneming in de zin van de Wet op het financieel toezicht, en is op 22 september 2022 opgericht. Enig aandeelhouder is Haris Financial Consultancy Limited, een vennootschap naar het recht van de Verenigde Arabische Emiraten, gevestigd in Dubai. Haris is op het moment van de mondelinge behandeling nog niet operationeel. Zij is bezig met het aanvragen van een verklaring van geen bezwaar bij De Nederlandsche Bank (DNB) en van een vergunning voor financiële dienstverlening bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Omdat Haris een bestuurder in Nederland nodig had, is zij via een wervings- en selectiebureau in contact gekomen met werknemer. Werknemer is op 1 mei 2023 bij Haris in loondienst getreden als managing director op basis van een arbeidsovereenkomst voor de bepaalde tijd van een jaar met de mogelijkheid van tussentijdse opzegging. Ook is hij per die datum benoemd tot (en per 26 mei 2023 in het Handelsregister geregistreerd als) alleen en zelfstandig bevoegd statutair bestuurder van Haris. Met ingang van 1 november 2023 is hij uitgeschreven als statutair bestuurder. Het salaris bedroeg € 10.802,47 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag. Medio oktober 2023 is een arbeidsconflict tussen partijen ontstaan met betrekking tot een overboeking naar een rekening van werknemer van gelden toebehorend aan Haris. Wegens het arbeidsconflict heeft werknemer bij brief van 30 oktober 2023 zijn arbeidsovereenkomst met Haris opgezegd tegen 1 december 2023. Medio november 2023 ontstaat er onduidelijkheid over een overeenkomst, waarbij werknemer na onderzoek bekend heeft dat hij een handtekening opzettelijk heeft vervalst. Haris ontslaat werknemer op 20 november 2023 op staande voet en doet aangifte wegens valsheid in geschrifte en/of oplichting. Haris verzoekt onder meer werknemer te veroordelen tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding, een schadevergoeding wegens wanprestatie of onrechtmatige daad, terugbetaling van liquide middelen en kosten van zakenreizen. Werknemer is van mening dat de vordering (deels) moet worden afgewezen. De verzochte schadevergoeding wegens wanprestatie en onrechtmatige daad is volgens werknemer niet toewijsbaar, omdat er geen in kracht van gewijsde, op tegenspraak gewezen vonnis is waarbij de strafrechter bewezen heeft verklaard dat hij een strafbaar feit heeft begaan. Bij tegenverzoek verzoekt werknemer Haris te veroordelen tot betaling van achterstallig loon.
Oordeel
De gefixeerde schadevergoeding
Werknemer heeft erkend dat hij de handtekening opzettelijk heeft vervalst, hetgeen naar het oordeel van de kantonrechter een dringende reden voor ontslag op staande voet oplevert. De omstandigheid dat er geen in kracht van gewijsde, op tegenspraak gewezen vonnis van de stafrechter is waarbij dat feit bewezen is verklaard, maakt dat niet anders. De door Haris verzochte gefixeerde schadevergoeding wordt toegewezen. Haris maakt aanspraak op verschillende schadeposten, omdat werknemer volgens haar toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de arbeidsovereenkomst en/of onrechtmatig jegens Haris heeft gehandeld (artikel 6:162 BW).
Schadevergoeding wegens wanprestatie en/of onrechtmatige daad
De aanspraak van Haris op een schadevergoeding wegens niet verrichte werkzaamheden in de periode van 1 tot 20 november 2023 wordt afgewezen omdat er naar het oordeel van de kantonrechter geen omstandigheden zijn die in redelijkheid voor rekening van werknemer horen te komen. De verzochte schadevergoeding van € 42.000 exclusief btw, gelijk aan het bedrag dat Haris aan het bureau heeft betaald voor de werving en selectie van werknemer, is niet toewijsbaar. De kantonrechter is van oordeel dat er onvoldoende causaal verband bestaat tussen die valsheid in geschrifte en de door Haris gemaakte kosten voor de werving en selectie om die kosten als schadevergoeding voor rekening van werknemer te laten komen. Haris zal zich voor een eventuele schadevergoeding tot het bureau moeten wenden. Ook de gevorderde kosten voor rechtsbijstand wordt afgewezen wegens het ontbreken van onvoldoende gestelde bijzondere omstandigheden. Werknemer moet een bedrag van € 16.068,77 aan liquide middelen terugbetalen. De vordering van Haris tot vergoeding van de kosten van zakenreizen wordt afgewezen. Haris heeft niet weersproken dat werknemer in de periode dat hij de zakenreizen naar de VS en Luxemburg maakte, als zelfstandig bestuurder onbeperkt bevoegd was Haris te vertegenwoordigen en ook als zodanig stond geregistreerd in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Hierom valt niet in te zien waarom hij toestemming nodig had voor het maken van de betreffende zakenreizen, ook niet op grond van goed werknemerschap. De buitengerechtelijke incassokosten zijn toewijsbaar voor een totaalbedrag van € 17.122. De proceskosten komen voor rekening van werknemer. Het door werknemer gevorderde loon over de periode van 1 oktober 2023 tot 20 november 2023 en vakantiegeld over de periode van 1 juni 2023 tot 20 november 2023 zijn (op zichzelf) toewijsbaar. De kantonrechter gaat in het kader van een verrekening niet zelf de bedragen berekenen, maar laat dat aan partijen over.