Feiten

Werknemer is sinds 1 februari 2011 bij Saint-Gobain Abrasives B.V. in dienst voor onbepaalde tijd. Op 11 juli 2022 is werknemer arbeidsongeschikt geworden in verband met (ernstige) psychische problematiek. Op 4 december 2022 heeft werknemer thuis zijn echtgenote aangevallen. Werknemer is hierop in voorlopige hechtenis geplaatst. Bij brief van 20 januari 2023 heeft Saint-Gobain aan werknemer medegedeeld de loondoorbetaling stop te zetten per 1 januari 2023. De voorlopige hechtenis is op 16 februari 2023 geschorst waarna klinische behandeling op een penitentiair psychiatrische afdeling is gestart. Bij vonnis van de meervoudige strafkamer van 10 november 2023 is geoordeeld dat werknemer volledig ontoerekeningsvatbaar was ten tijde van het bewezen verklaarde. Sinds 11 december 2023 verblijft werknemer weer thuis en krijgt hij dagbehandeling. Werknemer vordert in kort geding - samengevat - veroordeling van Saint-Gobain tot betaling van het loon vanaf 1 januari 2023 tot de dag dat de dienstbetrekking zal zijn geëindigd. Saint-Gobain voert verweer.

Oordeel

Werknemer heeft een voldoende spoedeisend belang bij zijn vordering. Uitgangspunt voor de beoordeling van de vraag of Saint-Gobain gehouden is het gevorderde loon te betalen, is het bepaalde in de artikelen 7:628 en 7:629 BW. De vraag die ter beantwoording voorligt, is welke bepaling in dit geval prevaleert. Werknemer is ontslagen van alle rechtsvervolging, nu hij ten tijde van het plegen van het bewezen verklaarde feit volledig ontoerekeningsvatbaar was. Het feit kon daarom niet aan werknemer worden toegerekend.

Artikel 7:629 BW prevaleert

Uit de opname van werknemer op de psychiatrische afdeling en voormeld vonnis van de rechtbank moet worden afgeleid dat bij werknemer sprake was van ernstige psychische problematiek. Uit het vonnis van de rechtbank kan daarnaast niet anders worden geconcludeerd dan dat deze ziekte van werknemer heeft geleid tot het bewezen verklaarde feit. De voorlopige hechtenis en de opname op de penitentiair psychiatrische afdeling zijn hiermee naar alle waarschijnlijkheid het gevolg van deze ziekte. Hieruit volgt naar het oordeel van de kantonrechter dat de ziekte als de primaire oorzaak van de verhindering van werknemer om te werken moet worden aangemerkt. Dit betekent dat in dit geval het bepaalde in artikel 7:629 BW prevaleert. Uit het bovenstaande volgt dat Saint-Gobain het loon vermeerderd met de wettelijke rente moet betalen.