Feiten

Werknemer is op 1 januari 2008 voor (on)bepaalde tijd in dienst getreden bij Quatro Systems B.V. Op 7 februari 2023 heeft Quatro met werknemer gesproken. Werknemer heeft een relatie van Quatro een e-mail toegezonden waarvan de toon en het taalgebruik naar de mening van Quatro niet passen binnen een professionele werkrelatie. Tevens heeft werknemer zich in januari 2023 als zzp’er ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Werknemer heeft in een gesprek hierover op 7 februari 2023 aangegeven dat hij voor deze werkzaamheden gebruikmaakt van de bedrijfsauto en bedrijfsgereedschappen. Tot slot stelt Quatro te hebben vastgesteld dat werknemer structureel minder werkte dan de overeengekomen arbeidstijd dan wel onder werktijd veelvuldig met privézaken bezig was. Daarop heeft Quatro werknemer bij brief van 8 februari 2023 op staande voet ontslagen. Werknemer stelt dat het ontslag niet rechtsgeldig is gegeven. Quatro voert verweer.

Oordeel

De kantonrechter overweegt over de ontslaggronden uit de ontslagbrief het volgende. Uit de betreffende e-mail d.d. 3 februari 2023 blijkt weliswaar dat werknemer de projectcoördinator van een klant op persoonlijke titel wel wat strak heeft aangesproken op het niet nakomen van de beloften die hij een derde had gedaan, maar niet dat hij zich in zijn berichten schuldig heeft gemaakt aan ongepast taalgebruik. Voor wat betreft de nevenwerkzaamheden van werknemer als zzp’er, overweegt de kantonrechter dat het betreffende nevenwerkzaamhedenbeding uit de onderhavige arbeidsovereenkomst nietig is. De objectieve redenen voor het nevenwerkzaamhedenbeding zijn zo algemeen geformuleerd, dat zonder een voldoende duidelijke toelichting, die ontbreekt, niet is vast te stellen wat hiermee concreet wordt bedoeld. Ook hieraan zijn derhalve geen argumenten te ontlenen die tot het oordeel kunnen leiden dat sprake is van een objectieve rechtvaardiging voor het verbod op nevenwerkzaamheden. Voorts overweegt de kantonrechter dat het enkele feit dat werknemer zich met zijn eenmanszaak heeft doen inschrijven bij de Kamer van Koophandel, op zichzelf niet tot het oordeel kan leiden dat hij Quatro is gaan beconcurreren en/of nevenwerkzaamheden is gaan verrichten. Voor wat betreft het privégebruik van de bedrijfsauto en gereedschappen overweegt de kantonrechter het volgende. Voldoende aannemelijk is aldus dat werknemer zijn auto ook privé mocht gebruiken. Voor zover werknemer bij de uitvoering van de zojuist genoemde werkzaamheden gebruik heeft gemaakt van het gereedschap van Quatro, was hem dat niet toegestaan. Dat enkele feit rechtvaardigt echter geen ontslag op staande voet. Voor wat betreft het structureel minder werken dan overeengekomen geldt het volgende. Voor wat betreft het doorzenden van op de zakelijke mail beschikbare informatie wordt de daaraan bestede tijd beperkt geacht. De inschrijving bij de Kamer van Koophandel tijdens ziekte heeft voorts niet in de weg gestaan aan het herstel van werknemer. Werknemer had zijn tijd tijdens werktijd niet mogen besteden aan een sollicitatie en nevenwerkzaamheden, maar nu de daaraan bestede tijd beperkt moet zijn geweest, had dit moeten leiden tot een officiële waarschuwing met eventueel de inhouding van het loon voor de niet gewerkte tijd. Daartoe wegen de duur van het dienstverband en de ingrijpende gevolgen van een ontslag op staande voet mee, alsmede het feit dat niet is gebleken dat werknemer zich gedurende werktijd eerder bezig heeft gehouden met een privéaangelegenheid. Op grond van het vorenstaande oordeelt de kantonrechter dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven. De verzoeken tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding, de transitievergoeding, de vakantietoeslag en niet genoten vakantiedagen worden toegewezen.