Naar boven ↑

Rechtspraak

Möller Autoschade West KPP B.V./werknemer
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 29 maart 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:2769
(Voorwaardelijk) ontbindingsverzoek van werkgever op de e-, g- en i-grond wordt afgewezen. Het gedrag van werknemer is weliswaar grensoverschrijdend geweest, maar dit kan hem in het licht van de bijzondere omstandigheden niet worden aangerekend.

Feiten

Werknemer is op 28 oktober 2020 bij Möller Autoschade West KPP B.V. (hierna: Möller) in dienst getreden. Sinds mei 2023 is werknemer (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt als gevolg van een ernstig auto-ongeluk. Op 24 oktober 2023 is werknemer op staande voet ontslagen, wegens het grovelijk beledigen van medewerknemers, het opzettelijk beschadigen van eigendom van Möller en het hardnekkig weigeren te voldoen aan redelijke bevelen of opdrachten door of namens Möller. Dit ontslag is gestoeld op een op 23 oktober 2023 voorgevallen incident. Volgens Möller heeft werknemer toen tegen een collega beledigende dingen geroepen, nadat die collega tegen zijn wc-hokje zou hebben getrapt. Werknemer heeft daarbij een zeepdispenser van de muur geslagen. Daarna liep werknemer nog enige tijd scheldend en hevig gebarend over de werkplaats. Werknemer geeft toe dat hij verbaal krachtig heeft gereageerd, maar dat hij erg geschrokken was door de schop tegen de wc-deur. In onderhavige procedure vraagt Möller primair om een verklaring voor recht dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. Voor het geval het ontslag op staande voet wordt vernietigd, vraagt Möller subsidiair de arbeidsovereenkomst met werknemer op de kortst mogelijke termijn te ontbinden op de e-, g- of i-grond en werknemer geen billijke vergoeding en transitievergoeding toe te kennen.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. In een met onderhavige zaak samenhangende zaak is het ontslag op staande voet op verzoek van werknemer vernietigd. Om die reden wordt het primaire verzoek van Möller afgewezen. Het subsidiaire verzoek van Möller wordt ook afgewezen en de kantonrechter gaat niet over tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Het gedrag van werknemer is weliswaar grensoverschrijdend geweest, maar dit kan hem in het licht van de bijzondere omstandigheden niet worden aangerekend. Die bijzondere omstandigheden bestaan onder andere uit de onnodige druk die op werknemer is gelegd tijdens zijn re-integratietraject en de directe aanleiding waarom werknemer zich zo heeft gedragen (schop tegen de deur). Ook was sprake van een eenmalig incident; werknemer is niet eerder officieel gewaarschuwd voor vergelijkbaar gedrag. Möller beroept zich nog op een in november 2022 voorgevallen incident met een persluchtslang, maar dit beroep gaat niet op nu uit de gespreksverslagen van dit incident blijkt dat juist bij werknemer op dat moment een ongenoegen bestond. Verder krijgt de kantonrechter de indruk dat er op de werkvloer niet altijd zo zwaar wordt getild aan gebruik van grof taalgebruik. Het beroep op de e-grond, verwijtbaar handelen, slaagt dus niet. Ook het beroep op de g-grond, verstoorde arbeidsverhouding, slaagt niet. Het door Möller gestelde gebrek in vertrouwen vindt namelijk zijn oorsprong in het incident op 23 oktober 2023. Möller heeft onvoldoende onderbouwd dat de arbeidsrelatie door dit incident duurzaam en ernstig verstoord is geraakt. Het had minstens op haar weg gelegen om met werknemer in gesprek te gaan om het eventueel geschonden vertrouwen te herstellen. Daarbij is ook van belang dat de onderneming van Möller uit zes vestigingen bestaat. Als het al zo is dat de relatie tussen werknemer en zijn collega’s erg heeft geleden onder het incident, dan zou werknemer herplaatst kunnen worden binnen een van de andere vestigingen van Möller. Tot slot slaagt het beroep op de i-grond niet, omdat de ontslagredenen daarvoor te mager zijn. Ten aanzien van alle ontbindingsgronden heeft de kantonrechter tevens betrokken dat werknemer gezien zijn gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid groot belang heeft bij behoud van zijn dienstverband, gelet op zijn lastige positie op de arbeidsmarkt als gevolg van zijn gezondheidssituatie en de omstandigheid dat hij zijn opleiding tot schadehersteller nog niet volledig heeft afgerond.