Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Eurotrade Netherlands B.V.
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 16 mei 2024
ECLI:NL:RBAMS:2024:2735
Statutair bestuurder wordt tijdens ziekte ontslagen wegens een bedrijfssluiting. Ontslagbesluit is niet nietig of vernietigbaar. Aan de bestuurder wordt een billijke vergoeding toegekend, omdat niet is voldaan aan de herplaatsingsplicht.

Feiten

Werknemer heeft in 2021 gesprekken gehad met de Interwetten Group (hierna: Interwetten) over een nieuw op te richten onderneming, Eurotrade Netherlands B.V. (hierna: Eurotrade). Afgesproken werd dat werknemer als Country Manager (en statutair bestuurder) de nieuw op te richten onderneming zou gaan leiden, waarna werknemer op 1 maart 2022 is begonnen met werken. Op 25 april 2022 is Eurotrade opgericht. Vanaf dat moment is werknemer ook bij Eurotrade in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, waarbij hij ook een bedrijfsauto tot zijn beschikking had. Eurotrade is opgericht met als doel om in Nederland het gokken op afstand mogelijk te maken. Eurotrade had hiervoor een goklicentie nodig.  In april 2023 bleek dat het voor Eurotrade lastig werd om de goklicentie te verkrijgen. Werknemer is daarom ingezet voor andere werkzaamheden, onder andere projecten in Zweden en Ierland. Op 28 juli 2023 heeft de moedermaatschappij van Eurotrade, Eurotrade International Ltd., besloten om tot bedrijfssluiting van Eurotrade over te gaan. Werknemer is medegedeeld dat de bedrijfssluiting gepaard gaat met de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. Na een mailwisseling over de exitvoorwaarden heeft werknemer zich op 22 september 2023 ziekgemeld.  Op 26 september 2023 heeft Eurotrade werknemer uitgenodigd voor een aandeelhoudersvergadering op 6 oktober 2023. Op 28 september 2023 heeft de bedrijfsarts werknemer arbeidsongeschikt verklaard als gevolg van ziekte met arbeidsgerelateerde componenten. Werknemer heeft Eurotrade daarna in een brief van 5 oktober 2023 verzocht de aandeelhoudersvergadering uit te stellen. Op 6 oktober 2023 heeft de aandeelhoudersvergadering, zonder werknemer, toch plaatsgevonden. In die vergadering is het besluit genomen om werknemer met onmiddellijke ingang te ontslaan als statutair bestuurder en zijn arbeidsovereenkomst per 1 januari 2024 op te zeggen. Op 1 februari 2024 is werknemer beter gemeld en vanaf 1 maart 2024 is werknemer aan het werk op freelancebasis. De bedrijfsauto heeft werknemer nog niet ingeleverd. Werknemer stelt primair dat het besluit tot zijn ontslag nietig dan wel vernietigbaar is en dat als gevolg daarvan zijn arbeidsovereenkomst met Eurotrade nog steeds voortduurt. Daarvoor stelt werknemer dat hij tijdens de aandeelhoudersvergadering niet is gehoord. Dit is volgens werknemer in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Volgens werknemer is verder het ontslagverbod tijdens ziekte van toepassing. Voor het geval zijn ontslag wel rechtsgeldig is, stelt werknemer subsidiair dat hij is ontslagen zonder een redelijke grond en zonder dat Eurotrade zijn herplaatsingsmogelijkheden heeft onderzocht. Volgens werknemer heeft hij recht op een billijke vergoeding, de transitievergoeding en andere vergoedingen. Eurotrade verzoekt in een tegenverzoek onder andere dat werknemer de bedrijfseigendommen, waaronder de bedrijfsauto, binnen een week inlevert op straffe van een dwangsom.

Oordeel

De rechtbank oordeelt als volgt. Het ontslagbesluit is niet nietig of vernietigbaar. Werknemer heeft namelijk niet onderbouwd waarom het ontslagbesluit nietig zou zijn. Ten aanzien van de vernietigbaarheid oordeelt de rechtbank dat, alhoewel de gang van zaken niet de schoonheidsprijs verdient, niet gezegd kan worden dat werknemer niet van zijn hoorrecht en raadgevende stem gebruik heeft kunnen maken. Werknemer heeft namelijk in zijn brief van 5 oktober 2023 ook zijn zienswijze naar voren gebracht. De inhoud van de brief maakt voldoende duidelijk wat zijn bezwaren zijn tegen het ontslagbesluit. Daarnaast speelt een rol dat voor werknemer al geruime tijd duidelijk was dat Eurotrade over zou gaan tot bedrijfssluiting en dat Eurotrade geconfronteerd werd met een zieke bestuurder. Van haar kon niet worden verlangd dat zij een lege huls in stand hield totdat werknemer beter was gemeld.  Het ontslagbesluit is dan ook niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid en daardoor ook niet vernietigbaar. Wel meent de rechtbank dat in strijd met artikel 7:669 lid 1 BW is opgezegd en dat werknemer om die reden aanspraak maakt op een billijke vergoeding. Alhoewel een redelijke ontslaggrond in de vorm van de a-grond aanwezig was en het opzegverbod van ziekte niet van toepassing was, heeft Eurotrade zich volgens de rechtbank onvoldoende ingespannen voor herplaatsing. Vast staat immers dat werknemer, toen duidelijk was dat de licentie niet kon worden verkregen, andere werkzaamheden heeft verricht binnen het concern. Eurotrade heeft werknemer nooit een concreet aanbod voor herplaatsing gedaan, terwijl dit wel van Eurotrade had mogen worden verwacht. De rechtbank bepaalt de hoogte van de billijke vergoeding op € 20.000 wegens het gegeven dat niet met zekerheid te zeggen is dat werknemer nog een jaar werkzaam zou zijn geweest binnen Eurotrade, de kans aanwezig is dat werknemer op zoek zou zijn gegaan naar een andere baan, de afwikkeling van de activiteiten van Eurotrade niet lang zou hebben geduurd en werknemer redelijk snel na zijn betermelding weer aan het werk is gegaan en daarmee ongeveer hetzelfde verdient als dat hij bij Eurotrade deed. Eurotrade is voorts (het restant van) de wettelijke transitievergoeding aan werknemer verschuldigd. Ook heeft werknemer recht op een compensatie van een niet nagekomen pensioentoezegging, een bonus van € 10.000 over het jaar 2023 en gemaakte onkosten over de maanden september tot en met november 2023. Over door Eurotrade betaald achterstallig salaris is Eurotrade tot slot nog wettelijke verhoging en wettelijke rente verschuldigd. In het tegenverzoek wordt geoordeeld dat werknemer gehouden is de bedrijfseigendommen, waaronder de bedrijfsauto, aan Eurotrade terug te geven. De rechtbank ziet geen aanleiding om hieraan een dwangsom te verbinden.