Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 22 mei 2024
ECLI:NL:RBGEL:2024:3012
Feiten
Werknemer vordert bij einde dienstverband betaling van de eindafrekening op grond van de arbeidsovereenkomst met Stip-Connected. De hoofdsom bestaat uit € 2.280,43 (loon), € 1.705,60 (vakantiebijslag), € 1.675,79 (verlofsaldo), € 1.140,22 (wettelijke verhoging), hetgeen in totaal neerkomt op € 6.802,03. Stip-Connected stelt zich op het standpunt dat zij niets is verschuldigd omdat zij nog een vordering van € 7.561,84 op werknemer heeft, die voor verrekening in aanmerking komt. Voornoemde vordering bestaat volgens Stip-Connected uit € 272,25 (cursus), € 3.600 (misgelopen inkomsten detachering), € 3.689,59 (inhuur derde). Partijen verzoeken over en weer om betaling van de door hen aangevoerde bedragen. Stip-Connected verzoekt in reconventie voorts om betaling van een koffer met installatiemateriaal ter waarde van € 400 en een boete uit hoofde van overtreding van een concurrentiebeding van primair € 191.500, of subsidiair een gematigde boete van € 20.000.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt.
In conventie
Ten aanzien van het loon bestaat geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de salarisspecificaties die Stip-Connected heeft overgelegd. Het door werknemer gevorderde achterstallige loon ter hoogte van € 456,09 netto wordt toegewezen. De door werknemer gevorderde € 1.705,60 netto aan vakantiebijslag, die door Stip-Connected gemotiveerd is betwist onder verwijzing naar de salarisspecificaties, wordt in lijn met de niet betwiste salarisspecificaties toegewezen tot een bedrag van € 866,59 netto. De door partijen overgelegde verlofoverzichten verschillen van elkaar. Ter zitting is gebleken dat de verschillen in de verlofsaldi zitten in enerzijds een verschil in beëindigingsdatum, en anderzijds in het feit dat werknemer meeruren in het saldo heeft meegerekend, terwijl werkgever stelt dat werknemer hierop geen recht heeft. Werknemer heeft dit weersproken onder verwijzing naar een e-mail van de financieel medewerker van Stip-Connected van 25 april 2022 waarin staat “Daar komen dan je extra gewerkte uren bij. Die staan in je vakantieoverzicht als een minnetje op de vrijdagen erin gezet.” Verder blijkt uit het door Stip-Connected zelf overgelegde verlofoverzicht van 2021 dat de verlofsoort “extra werk” wordt geregisteerd. Derhalve wordt het saldo van werknemer aangehouden, min het verschil in uren dat wordt veroorzaakt door de onjuiste beëindigingsdatum, wat neerkomt op 104,48 uur. Het totaal aan vorderingen van werknemer kan hooguit worden toegewezen tot een bedrag van € 4.521,98 netto.
In reconventie
Stip-Connected vordert terugbetaling van een VCA-cursus. Dit verzoek wordt afgewezen omdat werknemer de cursus op verzoek van Stip-Connected heeft gevolgd. Ten aanzien van de aangevoerde misgelopen inkomsten detachering en de inhuur van een derde overweegt de kantonrechter dat in het midden kan blijven of Stip-Connected daadwerkelijk schade heeft opgelopen doordat werknemer niet meer heeft gewerkt op of na 9 mei 2022. Zelfs als Stip-Connected er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat werknemer op of na 9 mei 2022 nog werkzaamheden zou verrichten is werknemer niet aansprakelijk voor schade als gevolg van het niet uitvoeren van die werkzaamheden. De prestatie van een werknemer om arbeid te verrichten is een inspanningsverbintenis, geen resultaatsverbintenis. Het is niet mogelijk de werknemer te dwingen tot het verrichten van arbeid: de werkgever kan bij niet verrichten van arbeid enkel het loon stopzetten. Deze posten komen dan ook niet voor verrekening in aanmerking.
Ten aanzien van de koffer met installatiemateriaal overweegt de kantonrechter dat vaststaat dat een deel van de materialen van werknemer was, en Stip-Connected niet gemotiveerd heeft hoe zij tot een bedrag van € 400 is gekomen, zodat dit verzoek wordt afgewezen.
Ten aanzien van het concurrentiebeding is vast komen te staan dat Copernico (de onderneming waar werknemer na zijn dienstverband bij Stip-Connected in dienst is getreden) een concurrerende onderneming is. Nu werknemer echter een contract voor bepaalde tijd had bij Stip-Connected moet de laatste ingevolge artikel 7:653 lid 1 BW schriftelijk motiveren dat het concurrentiebeding noodzakelijk is wegens zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Dit heeft Stip-Connected slechts in algemene, niet op de functie van werknemer, toegespitste bewoordingen gedaan. Derhalve wordt het verzoek tot veroordeling van werknemer tot betaling van de contractuele boete op grond van het concurrentiebeding afgewezen. De slotsom luidt dat Stip-Connected aan werknemer een bedrag van € 5.099,18 moet betalen.