Naar boven ↑

Rechtspraak

Tripticom Intelligence B.V./werknemer
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 28 mei 2024
ECLI:NL:GHARL:2024:3578
Oud-werknemer dient een schadevergoeding te betalen aan werkgeefster voor niet ingeleverde bedrijfsmiddelen van een opdrachtgever. Het boetebeding in de arbeidsovereenkomst is nietig, omdat hierin ook de mogelijkheid van een schadevergoeding is opgenomen. De vordering van werkgeefster is niet verjaard.

Feiten

Werknemer is bij Tripticom Intelligence B.V. (hierna: Tripticom) werkzaam geweest van 1 oktober 2014 tot en met 31 mei 2015. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd  is van rechtswege geëindigd. Tripticom heeft bedrijfsmiddelen aan werknemer ter beschikking gesteld. Daarnaast zijn er ook bedrijfsmiddelen aan werknemer ter beschikking gesteld door Aannemingsbedrijf X, een klant van Tripticom. In de arbeidsovereenkomst met werknemer is in artikel 12.1 een bepaling opgenomen over de beschikbaarstelling van de bedrijfsmiddelen inclusief het verhaal van de kosten/schade als gevolg van onzorgvuldig gedrag en/of opzettelijk gedrag. Tevens is in artikel 12.6 van de arbeidsovereenkomst een boetebeding opgenomen bij niet nakoming van deze bepaling. Bij brief van 3 juni 2015 heeft Tripticom aan werknemer bericht dat een aantal bedrijfsmiddelen ontbrak toen onder meer de door haar aan werknemer ter beschikking gestelde bedrijfsauto werd opgehaald. Uit de brief van 3 juni 2015 blijkt dat Tripticom eigen bedrijfsmiddelen ter waarde van € 786,95 mist. Aan bedrijfsmiddelen van X is voor een bedrag van € 3.625,00 niet geretourneerd. Werknemer wordt aansprakelijk gesteld voor € 2.500 aan contractuele boete (die in de plaats komt van de schadevergoeding voor de eigen bedrijfsmiddelen) en € 3.625 aan bedrijfsmiddelen van X. Tripticom heeft het bedrag van € 3.625 aan X betaald. De kantonrechter heeft het beroep op verjaring van werknemer gegrond geacht en daarom de vorderingen van Tripticom afgewezen. Tripticom stelt in hoger beroep dat haar vordering niet is verjaard en dat werknemer op grond van artikel 7:661 BW aansprakelijk is voor het bedrag van € 3.625 aan schade en daarnaast op grond van artikel 12.6 van de arbeidsovereenkomst de boete is verschuldigd.

Oordeel

Verjaring

De ontvangst van de aansprakelijkstelling van 3 juni 2015 is door werknemer niet betwist. Op of omstreeks 4 juni 2015 vangt de verjaringstermijn van vijf jaar dus aan. Het hof is van oordeel dat de verjaring door Tripticon tijdig is gestuit.

Boete

Op grond van artikel 7:651 BW is het een werkgever niet toegestaan om een boete op te leggen en tevens schadevergoeding te vorderen voor hetzelfde feit. Blijkens artikel 12.6 van de arbeidsovereenkomst kunnen de boete en de schadevergoeding naast elkaar worden gevorderd. Dit is niet toegestaan, zodat het beding nietig is. Daarbij is niet van belang dat Tripticom de keuze heeft gemaakt alleen de boete te vorderen.

Schadevergoeding

De door Tripticom gevorderde schadevergoeding zal worden toegewezen. Tussen partijen zijn contractuele afspraken gemaakt over de terbeschikkingstelling van bedrijfsmiddelen, zoals blijkt uit artikel 12.1 van de arbeidsovereenkomst. De vordering tot schadevergoeding is door Tripticom in dit hoger beroep evenwel gebaseerd op artikel 7:661 BW en niet op artikel 12.1 van de arbeidsovereenkomst. Het hof overweegt dat werknemer zijn paraaf heeft geplaatst op de e-mail van 29 april 2015 van X waarin een opsomming wordt gegeven van de apparatuur die wel en de apparatuur die niet in de bedrijfsbus is aangetroffen. Dat hij toen mogelijk “verdwaasd” was, heeft hij niet aangetoond met medische gegevens. Evenmin heeft hij zich beroepen op enig wilsgebrek zodat het hof uit moet gaan van zijn akkoord met deze lijst. Duidelijk is dat werknemer daarna niet alsnog de ontbrekende bedrijfsmiddelen heeft teruggegeven. Dat als gevolg van het voorhanden zijn van drie sleutels de apparatuur ook door iemand anders kan zijn weggenomen heeft werknemer niet dan wel onvoldoende toegelicht. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat hij op zich heeft genomen als een goed huisvader voor de apparatuur te zorgen wat zonder meer inhoudt dat hij zaken niet onbeheerd achterlaat, regelmatig controleert of de apparatuur zich nog onder zijn beheer bevindt en als dat niet zo is daarvan zo snel mogelijk melding maakt. Verder overweegt het hof dat de toepassing van artikel 7:661 BW wordt ingekleurd door de context van de specifieke arbeidsverhouding. In deze zaak is duidelijk dat werknemer op locatie zijn werkzaamheden verricht en dat hij dat alleen maar kan doen met behulp van de apparatuur die door Tripticom en haar klanten aan hem ter beschikking is gesteld en waarvoor hij zich contractueel heeft verbonden daar goed op te passen. Duidelijk is dat hij dit niet heeft gedaan omdat een aantal ter beschikking gestelde apparaten en gereedschappen niet is geretourneerd. Het hof oordeelt daarom dat Tripticom voldoende heeft gesteld, en werknemer onvoldoende gemotiveerd heeft betwist, dat sprake is van (in elk geval) bewuste roekeloosheid, zodat werknemer aansprakelijk is voor de schade van Tripticom. De schadevergoeding van € 3.625 zal aan Tripticom Intelligence worden toegewezen.