Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Stichting Wonen Noordwest Friesland
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 5 juli 2024
ECLI:NL:GHARL:2024:4486
Arbeidsovereenkomst terecht ontbonden vanwege duurzaam verstoorde arbeidsverhouding tussen onderhoudsmedewerker woningstichting en direct leidinggevende. Gelet op omvang organisatie, betekent dit ook een ernstig verstoorde arbeidsverhouding met werkgever.

Feiten

Werknemer is op 1 oktober 1998 in dienst getreden als onderhoudsmedewerker bij Stichting Wonen Noordwest Friesland (hierna: Wonen NWF). Wonen NWF is een woningstichting met ongeveer 4000 huurwoningen, met zo’n 58 fte aan werknemers in dienst. Werknemer is werkzaam op een afdeling waar nog een tiental onderhoudsmedewerkers en een werkvoorbereider werkzaam zijn. Werknemer heeft op enig moment een arbeidsconflict gekregen met zijn direct leidinggevende, dat in de loop van 2022 begon met opmerkingen over op tijd beginnen en te veel overuren maken. Daardoor is werknemer vanaf 20 juli 2022 ziek geweest. Begin 2023 heeft mediation plaatsgevonden, maar hierin zijn werknemer en zijn leidinggevende niet nader tot elkaar gekomen. Nadat werknemer in augustus 2023 beter was gemeld, heeft Wonen NWF ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht vanwege een verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter heeft op die grond de arbeidsovereenkomst ontbonden en geoordeeld dat geen sprake was van ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van Wonen NWF. De door werknemer verzochte billijke vergoeding is dan ook afgewezen. Werknemer bestrijdt in hoger beroep dat sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding en verzoekt primair herstel van de arbeidsovereenkomst en subsidiair toekenning van een billijke vergoeding van € 152.482,75 bruto.

Oordeel

Het hof stelt vast dat de verstandhouding tussen werknemer en zijn direct leidinggevende in ieder geval vanaf juli 2022 tot de mondelinge behandeling bij de kantonrechter op 23 november 2023 ernstig was verstoord. Dit is ook vastgesteld door de bedrijfsarts. Deze verstoring ging zo ver dat werknemer niet door zijn leidinggevende gebeld wilde worden en niet wilde dat hij in dezelfde ruimte met de leidinggevende verbleef, waarbij de leidinggevende in de laatste fase van de re-integratie probeerde thuis of elders te werken op de momenten dat werknemer op kantoor was. Zicht op verbetering van de verstandhouding was er niet. Daarmee was die verstoring niet alleen ernstig maar ook duurzaam. De kantonrechter heeft verder terecht overwogen dat voor ontbinding wegens een verstoorde arbeidsverhouding niet relevant is aan wie te wijten is dat de verhoudingen verstoord zijn geraakt. Het hof overweegt voorts dat tussen partijen nooit ter discussie heeft gestaan dat werknemer een prima onderhoudsmedewerker was. Dat blijkt ook uit overgelegde functioneringsverslagen. Daar blijkt ook uit dat vanaf 2011 al diverse malen aan de orde is gesteld dat werknemer erg solitair werkt (alleen op zijn bus), op zijn eigen ‘eilandje’ en dat hij erg veel doet voor de huurders waar hij langs moet – die daarover erg tevreden zijn – maar waarmee het halen van de planning van de volgende opdrachten een probleem wordt. Op die punten hadden de interventies van de leidinggevende betrekking, om werknemer meer onderdeel van het team te laten worden en om te bezien of werknemer op het punt van het halen van de planning kon ervaren hoe zijn collega’s daarmee omgingen. Die interventies hebben geleid tot een arbeidsconflict waarbij de aangedragen oplossingen voor werknemer veelal niet bespreekbaar waren. De ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding met de leidinggevende betekende, gelet op de omvang van de organisatie, ook een ernstig verstoorde arbeidsverhouding met Wonen NWF. Het hof oordeelt dat de arbeidsovereenkomst terecht op de g-grond is ontbonden. Aangezien het hof het handelen van Wonen NWF, hoewel op enkele aspecten weinig gelukkig, niet als ernstig verwijtbaar bestempelt, heeft werknemer geen aanspraak op een billijke vergoeding.