Naar boven ↑

Rechtspraak

X/X B.V.
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 12 juni 2024
ECLI:NL:RBMNE:2024:3607
Werker vordert schadevergoeding van opdrachtgever wegens schending artikel 9 Waadi. Hiervan is pas sprake als werker deel van door partijen overeengekomen loon bij wijze van tegenprestatie aan opdrachtgever zou moeten afstaan, hetgeen hier niet het geval is. Vorderingen werker afgewezen.

Feiten

X B.V. is een onderneming die zich bezighoudt met studiebegeleiding van kwetsbare leerlingen. Op 31 oktober 2021 is tussen X B.V. en werker een overeenkomst van opdracht tot stand gekomen op basis waarvan werker als onderwijsassistente is ingezet bij een onderwijsinstelling. Het door partijen overeengekomen loon van werker bedroeg in eerste instantie € 15 per uur en is later verhoogd naar € 19 per uur. De overeenkomst tussen partijen is inmiddels geëindigd en werker heeft nu rechtstreeks een opdrachtovereenkomst met de onderwijsinstelling. Werker vordert veroordeling van X B.V. tot betaling van (primair) € 22.232,25. Zij stelt dat X B.V. indirect in strijd heeft gehandeld met artikel 9 Waadi, door haar slechts € 15 althans € 19 per uur te betalen voor haar werkzaamheden voor de onderwijsinstelling, terwijl X B.V. hiervoor € 30 per uur ontving van de onderwijsinstelling. Werker stelt dat X B.V. met deze constructie een deel van het aan werker toekomende loon heeft ingehouden als tegenprestatie voor de terbeschikkingstelling en onrechtmatig heeft gehandeld, waardoor zij schade heeft geleden.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. De vorderingen van werker worden afgewezen. Zelfs als de Waadi in deze zaak van toepassing is (wat in het midden blijft), is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake van een (indirecte) schending van artikel 9 Waadi. Van een schending van artikel 9 Waadi zou pas sprake zijn als werker een deel van het door partijen overeengekomen loon bij wijze van tegenprestatie aan X B.V. zou moeten afstaan. Dat is hier niet het geval. Partijen zijn uitdrukkelijk een loon van € 15 althans € 19 per uur overeengekomen. X B.V. is met de onderwijsinstelling een vergoeding van € 30 per uur overeengekomen in het kader van de door hen gesloten samenwerkingsovereenkomst. Die tussen X B.V. en de onderwijsinstelling overeengekomen vergoeding staat volledig los van de overeenkomst tussen werker en X B.V. Het klopt dat X B.V. verdiende aan de door werker gewerkte uren, nu X B.V. een hogere vergoeding ontving dan zij aan werker betaalde, maar dat is een gebruikelijk verdienmodel voor ondernemingen als X B.V. en is op zichzelf niet in strijd met artikel 9 Waadi. De kantonrechter oordeelt voorts dat X B.V. ook anderszins niet onrechtmatig heeft gehandeld. Afwijzing van de vorderingen van werker volgt.