Rechtspraak
Feiten
Werkgeefster, Haffmans B.V. (hierna: Haffmans), is onderdeel van de Pentair-groep en actief in de dranken-, voedings- en biogasindustrie en de markt voor industriële gassen in meer dan 150 landen. Het zwaartepunt in de bedrijfsactiviteiten is gelegen in de biogasinstallatie. Werknemer is op 1 november 2022 wederom voor onbepaalde tijd bij Haffmans in dienst getreden in de functie van CAD Engineer tegen een salaris van € 5.589 bruto per maand. De arbeidsovereenkomst bevat naast een geheimhoudingsbeding, concurrentie- en relatiebeding een beding inzake intellectuele eigendom. Werknemer is begin 2024 benaderd door DMT Environmental Technology B.V. (hierna genoemd “DMT”) voor de functie van CAD Engineer. DMT ontwerpt en produceert biogassystemen en richt zich daarnaast op systemen om zwavel uit gassen te halen. Haffmans handhaaft het concurrentiebeding. Werknemer vordert onder meer het concurrentiebeding met onmiddellijke ingang teniet te doen of te matigen, dan wel te schorsen, totdat in een bodemprocedure onherroepelijk over het van kracht zijn, tenietdoen of matigen van het concurrentiebeding is beslist en vordert veroordeling van Haffmans tot betaling van een voorschot op de vergoeding ex artikel 7:653 lid 5 BW van € 6.000 voor iedere maand dat het concurrentiebeding of relatiebeding van kracht is. Haffmans stelt zich op het standpunt dat DMT een onderneming is met activiteiten die gelijk zijn aan en concurreren met die van Haffmans. DMT is een bedrijf dat dezelfde biogasactiviteiten verricht als Haffmans en op dezelfde markten opereert. DMT kent processen die vrijwel gelijk zijn aan het end-to-end proces bij Haffmans.
Oordeel
Er is sprake van een spoedeisend belang van werknemer omdat het aanbod van DMT nog steeds geldt, in ieder geval in afwachting van de uitkomst van deze procedure, maar werknemer niet weet hoe lang dat aanbod blijft gelden. Niet in geschil is dat het concurrentiebeding rechtsgeldig is. Voor zover de vordering strekt tot tenietdoen dan wel matiging van het concurrentiebeding is deze niet toewijsbaar. Toewijzing daarvan zou leiden tot een constitutief vonnis en daarvoor is in een kort geding geen plaats. Daarmee resteert de vraag of het concurrentiebeding dient te worden geschorst. De kantonrechter stelt vast dat partijen het erover eens zijn dat DMT een concurrent van Haffmans is, in ieder geval op het gebied van de biogasinstallaties. Ook zijn partijen het erover eens dat werknemer, in het geval het concurrentiebeding wordt geschorst en hij bij DMT in dienst kan treden, werkzaam zal zijn in de biogastak. Het belang van werknemer is in het bijzonder gelegen in het kunnen uitoefenen van zijn recht op vrijheid van arbeidskeuze. Tegenover het belang van werknemer om zijn recht op vrije arbeidskeuze uit te oefenen en uit dienst te treden bij een werkgever waar hij het niet meer naar zijn zin heeft, staat het belang van Haffmans bij handhaving van het concurrentiebeding. Een concurrentiebeding is bedoeld om het bedrijfsdebiet van de werkgever - de opgebouwde knowhow en goodwill - te beschermen. Haffmans stelt dat werknemer met zijn kennis over de werkwijze van Haffmans en de behoeften en voorkeuren van haar klanten, DMT een ongerechtvaardigde voorsprong kan bezorgen bij het opbouwen van een aandeel in de Nederlandse biogasinstallatiemarkt, maar zij onderbouwt niet op welke wijze deze ongerechtvaardigde voorsprong in dat geval tot stand komt. In dit licht heeft Haffmans onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de kennis waarover werknemer beschikt relevante - strategische - informatie betreft, die het bedrijfsdebiet van Haffmans raakt. Voor zover werknemer wel op de hoogte mocht zijn van belangrijke commerciële en technische informatie of werkprocessen (doordat hij zoals Haffmans betoogt inzicht heeft in alle technische en commerciële specificaties van de producten die Haffmans levert) geldt dat de overige postcontractuele bedingen nog steeds van toepassing zijn voor de daarin genoemde vertrouwelijke gegevens. Verder kan de omstandigheid dat DMT bij indiensttreding van werknemer, gelet op de eerdere overstap van een tweetal voormalige medewerkers van Haffmans, te weten een werknemer werkzaam in de functie van salesmanager en een werknemer werkzaam als scientist, beschikt over het gehele projectteam van Haffmans niet tot een ander oordeel leiden. Haffmans heeft de ex-medewerkers in wier arbeidsovereenkomsten eveneens een concurrentiebeding was opgenomen, onder strikte voorwaarden, wel toestemming gegeven om bij DMT aan de slag te gaan. De kantonrechter heeft de vordering tot schorsing van het concurrentiebeding totdat in een bodemprocedure over het concurrentiebeding is beslist, toegewezen.