Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgeefster
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Almere), 25 juli 2024
ECLI:NL:RBMNE:2024:4625
Werkgeefster mocht de tijdelijke plaatsing van werkneemster in een nieuwe functie niet al na drie maanden beëindigen. Gevorderde wedertewerkstelling wordt toegewezen.

Feiten

Sinds 1 november 2003 is werkneemster in dienst bij werkgeefster, laatstelijk als claimbehandelaar. In september 2022 is werkneemster ziek uitgevallen. In dat kader heeft de bedrijfsarts in september 2023 geoordeeld dat werkneemster niet meer in staat is om haar werk als claimbehandelaar uit te voeren. De functie van verhuurcoördinator zou een passend alternatief zijn. Per 31 oktober 2023 is werkneemster volledig hersteld gemeld. Per 1 november 2023 is werkneemster via een tijdelijke plaatsing van 1 jaar begonnen als verhuurcoördinator. Afgesproken was dat de tijdelijke plaatsing werd omgezet in onbepaalde tijd bij gebleken geschiktheid. Afgesproken werd dat iedere drie maanden het functioneren zou worden geëvalueerd. Bij niet voldoende functioneren zou werkneemster terugkeren in de functie van claimbehandelaar. Op 13 december 2023 is aan werkneemster medegedeeld dat haar functioneren op diverse punten verbetering behoeft en op 7 februari 2024 is aan werkneemster medegedeeld dat de tijdelijke plaatsing zal worden beëindigd. In onderhavige kortgedingprocedure vordert werkneemster om werkgeefster te veroordelen haar toe te laten in de werkzaamheden van verhuurcoördinator voor de resterende periode van 8 maanden en 24 dagen.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkgeefster mocht de tijdelijke plaatsing van werkneemster niet al na drie maanden beëindigen. Uit de gedingstukken blijkt dat werkgeefster zich op het standpunt stelt dat sprake is van een patroon in het functioneren van werkneemster dat onvoldoende is. Dit patroon zou zich ook al voor de tijdelijke plaatsing hebben voorgedaan. De kantonrechter constateert tegelijkertijd dat daar echter nooit een concreet verbetertraject voor is ingezet. Daar komt bij dat de tijdelijke plaatsing niet voortvloeit uit het vermeend disfunctioneren, maar uit een advies van de arbeidsdeskundige. Omdat de punten waarop werkneemster nu wordt afgerekend in de functie van verhuurcoördinator voor werkgeefster een terugkerend probleem lijken te zijn, mag verwacht worden van werkgeefster dat zij daar wat aan doet.  Dat bij de tijdelijke plaatsing in de functie van verhuurcoördinator is afgesproken dat iedere drie maanden een evaluatie plaatsvindt en het voorbehoud tot terugkeer naar de oude functie is gemaakt, brengt niet met zich mee dat werkgeefster haar beslissing om werkneemster al na drie maanden uit de functie te plaatsen lichtvaardig kan nemen. De gevorderde wedertewerkstelling, op verbeurte van een dwangsom, wordt toegewezen, maar niet voor de gevorderde 8 maanden en 24 dagen. Hoe lang werkneemster nodig heeft om zich de functie eigen te maken is op voorhand namelijk niet te bepalen; werkgeefster zal werkneemster een serieuze en daadwerkelijke kans moeten geven door het inzetten van een (verbeter)traject.