Rechtspraak
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie 's-Hertogenbosch), 8 juli 2024
ECLI:NL:RBOBR:2024:3373
Feiten
Werknemer is blijkens de overgelegde arbeidsovereenkomst op 1 juni 2022 voor bepaalde tijd bij Goossens in dienst getreden. Op 10 januari 2024 heeft Goossens werknemer op staande voet ontslagen vanwege oneigenlijk gebruik van de tankpas door anderen te laten tanken op kosten van werkgever. Dit ontslag is bevestigd per brief van diezelfde datum. Werknemer verzoekt het ontslag op staande voet te vernietigen. Het ontslag is volgens werknemer niet rechtsgeldig aan hem gegeven; er is geen sprake van een dringende reden. Kort en goed zou de tankpas niet naar behoren hebben gewerkt. Daarom verzoekt hij het ontslag te vernietigen en maakt hij aanspraak op loondoorbetaling, de transitievergoeding, de volgens hem ten onrechte door Goossens verrekende brandstof en de buitengerechtelijke incassokosten. Goossens voert verweer tegen het verzoek van werknemer en concludeert tot afwijzing van het verzoek.
Oordeel
Naar het oordeel van de kantonrechter is sprake van een dringende reden. Daarover wordt het volgende overwogen. Werknemer betwist dat hij de bestuurders van de BMW’s bewust door middel van betaling met zijn zakelijke tankpas heeft laten tanken. Werknemer voert daartoe aan dat hij op 9 januari 2024 probeerde te tanken met de tankpas van Goossens, maar dat dit niet lukte omdat de tankpas – zoals dat wel vaker het geval was – na het invoeren van de pincode en zijn personeelsnummer een “leesfout” gaf. Daarop is hij – aldus werknemer – direct naar het kantoor van Goossens gereden zonder te tanken. Werknemer verklaart geen weet te hebben gehad van het feit dat daarna de bestuurders van twee BMW’s zijn gaan tanken bij de pomp die hij volgens Goossen met zijn tankpas had vrijgegeven. De kantonrechter is van oordeel dat uit de verklaring van een operationeel manager van werkgever voldoende blijkt dat het niet mogelijk is om een tankpas aan te bieden, vervolgens de pincode en het personeelsnummer in te voeren, en dat de betaalterminal daarna een leesfout geeft; als de pas eenmaal is herkend, kan er geen leesfout meer ontstaan. Werknemer heeft nog twee anonieme getuigenverklaringen in de procedure gebracht, maar de kantonrechter vindt dat ook uit die verklaringen niet althans onvoldoende blijkt dat de tankpas ook een leesfout kan geven na invoering van de pincode en/of het personeelsnummer. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter op verzoek van partijen samen met partijen de door Goossens in het geding gebrachte camerabeelden bekeken. Het is, naar het oordeel van de kantonrechter, vreemd dat de bestuurders van de twee BMW’s lijken te wachten totdat werknemer de pomp waar zij hun auto parkeren heeft vrijgegeven. Al deze omstandigheden maken dat de kantonrechter vindt dat voldoende is komen vast te staan dat werknemer de tankpas van Goossens op oneigenlijke wijze heeft gebruikt. Dit levert naar het oordeel van de kantonrechter een dringende reden op om tot een onverwijld ontslag over te mogen gaan. Verder is de kantonrechter van oordeel dat is komen vast te staan dat Goossens het ontslag voldoende onverwijld aan werknemer heeft gegeven en dat de reden van het ontslag onverwijld aan hem is meegedeeld. Op grond van het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. Werknemer maakt geen aanspraak op de transitievergoeding. Werknemer is tot slot aan Goossens de gefixeerde schadevergoeding verschuldigd.