Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 2 juli 2024
ECLI:NL:GHDHA:2024:1013
Rechtsgeldig proeftijdontslag. Opzegging ‘per’ of ‘met ingang van’ de eerste dag van de maand betekent dat de arbeidsovereenkomst eindigt aan het einde van de laatste dag van de voorgaande maand. Geen sprake van misbruik van bevoegdheid om proeftijdontslag te geven.

Feiten

Werknemer is in 2023 voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij werkgever als EHS-manager. Na indiensttreding is werknemer gedetacheerd naar een ander onderdeel binnen het concern van werkgever (hierna: Mentor). In de arbeidsovereenkomst is een proeftijd van twee maanden overeengekomen. Op 10 maart 2023 heeft tussen werknemer en werkgever een videogesprek plaatsgevonden. Bij brief van 10 maart 2023 is namens Mentor aan werknemer bericht dat zijn arbeidsovereenkomst met een beroep op de proeftijd per direct wordt beëindigd en dat het salaris wordt doorbetaald tot 31 maart 2023. Werkgever heeft eveneens op 10 maart 2023 aan werknemer bericht dat de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd per 1 april 2023. Werknemer heeft in eerste aanleg verzocht om toekenning van een billijke vergoeding. De kantonrechter heeft dit verzoek afgewezen, nu werkgever de arbeidsovereenkomst tijdig, binnen de proeftijd, heeft opgezegd. Werkgever heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd “as of April 1st”, wat door partijen is vertaald als ‘met ingang van’ of ‘per’ 1 april 2023. Een opzegging per of met ingang van de eerste dag van de maand betekent dat de arbeidsovereenkomst eindigt aan het einde van de laatste dag van de voorgaande maand, als niet uit een schriftelijke overeenkomst of het gebruik een andere dag is aangewezen, waartoe mede gelet op het proeftijdbeding in de arbeidsovereenkomst geen aanleiding is (HR 5 februari 2021, ECLI:NL:HR:2021:188), aldus de kantonrechter. Werknemer heeft hoger beroep ingesteld. Hij voert twee grondslagen aan voor zijn verzoeken: (1) er is geen rechtsgeldig proeftijdontslag en (2) het ontslag was discriminatoir.

Oordeel

Het hof oordeelt als volgt.

Rechtsgeldig proeftijdontslag

Niet in geschil is dat er een geldig proeftijdbeding is overeengekomen en dat op grond daarvan de proeftijd eindigde op 31 maart 2023. Het hof deelt het oordeel van de kantonrechter. Niet in geschil is dat “as of April 1th” in het Nederlands ‘per of met ingang van 1 april 2023’ betekent. In het arrest van de Hoge Raad van 5 februari 2021 is geoordeeld dat met een opzegging ‘per’ de eerste dag van een maand de arbeidsovereenkomst eindigt aan het einde van de dag van de voorafgaande maand. In dit geval ziet de opzegging daarom op het eindigen van de arbeidsovereenkomst tussen partijen op 31 maart 2023. Er is aldus sprake van een tijdig en daarom rechtsgeldig gegeven ontslag tijdens de proeftijd.

Geen misbruik proeftijdontslag

Werknemer betoogt in hoger beroep dat niet kan worden uitgesloten dat zijn ziekte en/of het indienen van een rapport bij de Arbeidsinspectie over de veiligheid bij Mentor een rol heeft gespeeld bij de keuze om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Werknemer doet een beroep op misbruik door werkgever van diens bevoegdheid om proeftijdontslag te geven (art. 3:13 BW). Het hof verwerpt dit betoog. Werknemer doet kennelijk een beroep op een causaal verband tussen het ontslag en zijn medische situatie. Dat verband is onvoldoende onderbouwd. Op dit punt is van belang dat werkgever heeft verklaard dat de medische toestand en de nekoperatie van werknemer tijdens de sollicitatieprocedure al aan de orde waren geweest. Kennelijk was de medische situatie van werknemer toen geen bezwaar om hem aan te nemen. Waarom dit later dan voor voortzetting van de arbeidsovereenkomst anders zou zijn is niet onderbouwd. Daar is ook geen feitelijke aanknoping voor. Het hof verwerpt ook het standpunt van werknemer dat zijn rapport over de veiligheid op de bedrijfslocatie van Mentor verband houdt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dit standpunt is niet onderbouwd en ook hiervoor is geen feitelijke aanknoping.

Bekrachtiging van de bestreden beschikking volgt.